Armand Adriaans secures 2014 championship at the Nürburgring

(voor Nederlands even naar beneden scrollen)

The final rounds of the Dutch championship for historic touring cars and GT’s were held at the Nürburgring GP track. Over 50 entries guaranteed plenty of action. Swedish guest driver and seventies Formula Vee champion Persson dominated qualifiying in his Ford GT40, ahead of the Porsches 904 of Afschin Fatemi and Roman Caresani. Then followed a series of American V8’s: Norbert Gross, Armand Adriaans, Dirk Waaijenberg, Rob Bergmans and Martin Bijleveld. The Lotus Elans of Jos Stevens and Thomas Kargus took the last places in the top-10.
Persson was quickest away from the rolling start, while Caresani lost a lot of ground. Gross slotted into second, under attack from Martin Bijleveld who braked extremely late for the Castrol S. Naturally he ran wide and fell back to fourth behind Gross and Adriaans. Persson was uncatchable, but Caresani managed to overtake everyone else in a couple of laps. Adriaans let the Ford Falcons fight among themselves to concentrate in a class win and the championship. Bijleveld couldn’t close the gap to Norbert Gross and stayed ahead of a spectacular race-long fight between Rob Bergmans in the Iso Rivolta and Dirk Waaijenberg in his Ford Falcon. Nico Zonneveld compensated for a lost season by scoring a great win in the hotly contested GTS11-class in his Morgan +4, while Roger Ebdon was unbeatable in the Mini class. Adriaans won GTS12 once again and thus secured the title. His cautious driving proved unneccesary when Sunday’s race was cancelled due to persistent fog.

Zon en mist op de Nürburgring

Het was alweer een aantal jaren gelden dat de afsluitende wedstrijd om het Nederlands kampioenschap voor historische toewagens en GT’s plaatsvond op de Nürburgring. De Renngemeinsschaft Bergisch-Gladbach, kortweg RGB organiseerde als vanouds de traditionele Saisonsfinale en het was alsof we nooit weg waren geweest. Van de nieuwe eigenaren van het circuit merk je weinig, al kan je een broodje worst nu gelukkig weer gewoon in euro’s afrekenen. De inschrijflijst was goed gevuld, inclusief een nieuwe naam: Kenneth Persson uit Zweden. Persson was in de jaren zeventig tweemaal kampioen in de Super Vee en kwam nu aan de start met een Ford GT40, dus de verwachtingen waren hoog gespannen.
In de zonnige vrije training op vrijdagmiddag vielen helaas al de eerste slachtoffers. Fred Corporaal kampte met een kapotte stuurkoppeling aan zijn Lotus Elite, een onderdeel dat niet te vinden bleek in deze contreien van Duitsland. Einde weekend dus voor “Kamikaas”. Bij Rob Rappange zagen we een bekende rookwolk uit de Mini komen, die duidde op iets met een koppakking, Roland Zoomers’ E-type verloor al zijn koelvloeistof en bij Richard Evans, de man die net zo graag in als onder zijn Marcos ligt, was het weer eens de koppeling die problemen gaf.

Zaterdag om 8:00 werd er gevochten om de startplaatsen en onze Zweedse gastrijder stelde niet teleur. In de vrije training had hij slechts twee langzame rondjes gereden, maar nu zette Persson een tijd van 2:24,8 op de klokken, maar liefst 2,3 seconden sneller dan tweede man Afschin Fatemi in de Porsche 904/6. De derde GTP-bolide zette ook de derde tijd en dat was natuurlijk Roman Caresani met zijn Porsche 904/6. Achter de prototypes volgde een heel rijtje Amerikaanse V8’s: Norbert Gross, Armand Adriaans, Dirk Waaijenberg, Rob Bergmans en Martin Bijleveld. De Lotus Elans van Jos Stevens en Thomas Kargus maakten de top-10 vol. Alexander Schlüchter en Leo Landman waren aan elkaar gewaagd in CT08 met een verschil van 0,07 seconde, zij zouden starten als elfde en twaalfde. Daarachter volgde de snelste man in GTS11, niemand minder dan Nico Zonneveld, die we na een seizoen vol technische problemen voor het eerst in 2014 aan de start zagen met de Morgan +4. Niet iedereen had een vlekkeloze training: Stephen Perry strandde al na een halve ronde met zijn Falcon, Rappange moest weer naar de kant, Mark Schmidt (in Jochem Kentgens’ Morgan) kwam zonder benzine te staan en bij Zoomers was er wederom een vriesplug en daarmee alle koelvloeistof verdwenen.

De eerste race vindt plaats op een zonovergoten zaterdagmiddag. Bij Rob Rappange’s Mini is de cilinderkop helaas te ver heen om nog te kunnen rijden. Daar staat tegenover dat Evans zijn frictie weer voor elkaar heeft en ook Perry’s Ford op 8 poten loopt. De tweede plek op de grid blijft leeg want zo onverwacht als Fatemi in de kwalificatie opdook, zo schittert hij nu door afwezigheid. Alex Korle is er wel, maar moet al voor de start afhaken omdat zijn Lotus Cortina blijkt te zijn veranderd in een 800 cc tweecilinder.
Persson is als beste weg bij de rollende start, terwijl Caresani veel terrein verliest. Gross schuift door naar de tweede plaats, die Martin Bijleveld van hem probeert af te pakken met een zeer late uitremactie in de bekende Castrol S, die tegenwoordig Yokohama S heet. Dat mislukt, want hij gaat wijd door het zand en moet aansluiten op plek vier, achter Gross en Adriaans.
Richard Evans gaat er zoals gebruikelijk als een raket vandoor in een poging om terrein goed te maken en verkoopt daarbij Klaas Span een onnodige tik op het voorwiel.
Halverwege de eerste ronde is Persson al bezig een voorsprong op te bouwen, terwijl Gross nu Bijleveld achter zich aan heeft, gevolgd door Adriaans en Bergmans die zijn Iso Rivolta breed maakt om de aandringende Caresani achter zich te houden. Het is echter een kwestie van tijd en bij de tweede doorkomst is het Caresani die Bergmans uitremt. De E-type van Zoomers begint alweer omineus te roken, terwijl Alexander Schlüchter de leiding in CT08 van Leo Landman overneemt. Het belooft een mooie strijd te gaan worden tussen de twee Lotus-Cortina piloten. Helaas pakt het anders uit, wanneer Zoomers’ Jaguar voor de derde keer zijn koelvloeistof verliest en de op korte afstand volgende Landman een passagier wordt in zijn eigen auto. De Cortina komt ter hoogte van de Michael Schumacher S hard in aanraking met de vangrail. Dat het glad is in die hoek laten ook Roger Ebdon en Frank Romo zien, die allebei een pirouette maken. Gelukkig kunnen zij hun weg vervolgen, waarbij Klaas Span profiteert door de rode lantaarn over te doen aan Romo.
Armand Adriaans is vastbesloten deze race uit te rijden om de titel veilig te stellen en biedt geen weerstand tegen Caresani. Bergmans ziet intussen Dirk Waaijenberg’s Falcon opduiken in zijn spiegel, met Jos Stevens op enige afstand. In GTS11 gaat de strijd om de leiding tussen Nico Zonneveld in de Morgan en Theo van Gammeren met de Porsche 911. Verderop vormt zich een leuke groep aangevoerd door Bob Stevens in de Triumph TR4, met in de achtervolging René de Vries in de Mini Cooper, Edwin Dijkman in de MGB en Huib Mars in de Austin Healey. Voor Ron Verzijlbergen is de race over, de oorzaak is olie op de koppeling van de Fiat Abarth.
De zilveren Porsche 904 zit al gauw op de staart van Bijleveld. Evans en Perry hebben een hoop terrein goedgemaakt, Perry meldt zich zelfs achteraan de top-10 waar Rhea Sautter met haar E-type hem echter voorlopig weet af te stoppen. Daarachter voert Bert du Toy van Hees de kleine GT-klasse aan met zijn Lotus Elite. Hij heeft Chris Mulder met de Porsche 911 als buffer naar zijn grote concurrent Michel Lombard in de Alpine A110, die op zijn beurt weer wordt bedreigd door Roger Ebdon in de Mini.

Een nieuwe doorkomst en Caresani ligt nu derde en krijgt de groene Falcon van Gross in het vizier. Adriaans heeft Bergmans en Waaijenberg op zijn bumper, en ook Jos Stevens komt naderbij. Sautter weet Perry en ook Jac Meeuwissen in de Austin Healey achter zich te houden.
Egbert Kolvoort strijdt met Jochem Kentgens, maar de pret is helaas van korte duur, want Egbert’s geleende MGB-motor begint dure geluiden te maken, terwijl de Morgan van Jochem stilvalt vanwege een overleden rotortje in de verdeler. Mark Dols zijn we ook al kwijt, maar dat is omdat hij zijn MGB wil sparen voor de 4-uursrace later op de dag. Bert Mets moet opgeven vanwege een remprobleem aan de Mini en Frans van Maarschalkertwaart’s Shelby zien we ook niet meer. Het blijkt dat hij een drive through penalty voor een jumpstart heeft gekregen. Helaas zag hij het bord hiervoor over het hoofd, waarna de wedstrijdleiding zwaarder geschut inzet: de zwarte vlag. Noodgedwongen komt Frans dus binnen, en mag niet meer naar buiten.
Richard Evans is inmiddels aan het oprukken in de GTS11 gelederen, hij gaat Erwin van Lieshout’s Porsche 911 ogenschijnlijk gemakkelijk voorbij. Roger Ebdon leidt intussen de middenveldtrein bestaande uit Lombard, Bob Stevens, Du Toy van Hees, Mulder, de Vries en Dijkman. Verderop is het Thomas Augustin met de Ford Mustang die Gerrit jan van Leenen’s Lotus Cortina inpakt, terwijl Wolfgang Schachinger in de zoals altijd ongezond klinkende witte Mustang moeite heeft om Alexandra Auer in de kleine Sprite en Klaas Span’s Mini voor te blijven.
Halverwege de race is Caresani opgerukt naar de tweede plaats. Adriaans heeft het strijdende duo Bergmans-Waaijenberg voorbij gelaten, zonder daarbij de leiding in de GTS12 klasse te verliezen, en is in gevecht met Jos Stevens in de Lotus Elan. Stephen Perry heeft zijn Ford Falcon eindelijk langs de E-type van Rhea Sautter gestuurd en Span en Auer nemen Schachinger te grazen. Schlüchter heeft het aan de stok met Zonneveld, Evans is Theo van Gammeren voorbij en ligt nu tweede in de klasse en Huib Mars wordt opgejaagd door Adrian van Hooijdonk in de BMW Tisa.
Vooraan lijken de kaarten nu geschud, Kenneth Persson is niet in te halen, Roman Caresani rijdt weg van Norbert Gross en Martin Bijleveld kan op zijn beurt het tempo van de groene Falcon niet volgen. Hij begint zelfs iets terug te vallen, maar heeft geluk, want Waaijenberg en Bergmans hebben het veel te druk met een heftig gevecht. Ze laten zien dat je met zo’n groot V8 slagschip prima dwars kan gaan en om elke centimeter kunt strijden zonder onderling contact: een fraai staaltje close racing. Jos Stevens probeert ondertussen nog steeds een weg langs de Shelby Mustang van Adriaans te vinden.
Richard Evans heeft aansluiting gekregen bij het duo Schlüchter-Zonneveld, en maakt zich op om de leiding in de GTS11 klasse te pakken. Maar…de Marcos begint alweer vervaarlijk te roken. De ronde erop is hij erlangs en heeft hij zelfs Schlüchter en Perry als buffer naar Zonneveld. Rhea Sautter pakt ondertussen collega E-type coureur Nykle Meijer, Bob Stevens wisselt stuivertje met Roger Ebdon, totdat de Mini rijder een momentje heeft en terugvalt achter Lombard en Alexandra Auer verrast Gerrit Jan van Leenen met een aanval.
Even later is het Perry die los is, dan volgen Schlüchter en Zonneveld voor de rokende Evans, Sautter en Meijer. Van Hooijdonk is eindelijk Huib Mars voorbij, die vervolgens Thomas Augustin op zijn dak krijgt. Even later valt Evans terug en is van Leenen wakker geworden en probeert de gele Kikkeroog van zich af te houden.
Met bijna een half uur op de klok wordt Persson in de Ford GT40 als winnaar afgevlagd, op 22 seconden gevolgd door Roman Caresani. Gross mag de derde trede van het podium beklimmen en wint CT10, op 14 seconden gevolgd door Bijleveld, die nog maar 0,3 seconde over heeft op Bergmans die er een eindsprintje uitperst. Daarna volgen Waaijenberg en GTS10 winnaar Jos Stevens, die Adriaans toch voorbij is gegaan. Armand Adriaans wordt achtste na een behoudende race, winnaar in GTS12 en daarmee kampioen van 2014 met nog één race te gaan. Thomas Kargus wordt negende met de Lotus Elan, tweede in GTS10. Stephen Perry weet voor het eerst dit jaar een race te finishen met zijn Ford Falcon. Nico Zonneveld wordt 11e en wint GTS11, op ruime afstand voor Theo van Gammeren en Richard Evans. Rhea Sautter finisht op een mooie twaalfde plaats, tweede in GTS12. Schlüchter is 13e en eerste in CT08. Bij de kleine toewagens wint Ebdon voor De Vries en de kleine GT’s zijn een prooi voor Lombard, voor Du Toy van Hees.

Na twee zonovergoten dagen begint de zondag met mist. Die mist blijkt bijzonder hardnekkig en is zo dicht dat de baanposten elkaar niet kunnen zien. Dat maakt het onverantwoord om te racen. De organisatie besluit nog enkele uren te wachten, maar er is geen enkele verbetering te bespeuren en dus blijkt het seizoen 2014 ineens afgelopen te zijn! Wat nog rest is een laatste prijsuitreiking, waar behalve de winnaars van het weekend ook de kampioen van 2014 Armand Adriaans in het (denkbeeldige) zonnetje wordt gezet.

Rain starts play in NK HTGT

(Voor Nederlands even naar beneden scrollen)

A record number of over 50 competitors provided two thrilling races for the Dutch pre-’66 championship at the Zandvoort Historic Grand Prix. On Saturday, it was an early start at 8 AM. Shortly after the race got underway the heavens opened and the fun started. The Porsche and Mini drivers were especially happy, as they have good traction in the wet on the compulsory Dunlop tires. Alexander van der Lof had been fastest in qualifying in his exotic ’64 Ferrari 250 GTO, but he had to give best to Roman Caresani in the Porsche 904, who won the race after ten laps of slipping and sliding. Michael Koel, having started 12th, also managed to pass the Ferrari in his Porsche 911. An even stronger feat was performed by Roger Ebdon, who steered his little Mini from 31st to 6th and was first in the touring car class. Timo Span and Rob Rappange also featured in the top-10 in their Mini’s.
A prime-time slot on Sunday afternoon made for packed grandstands and sand dunes. The first seven laps were on dry tarmac, but then another shower made conditions very tricky. Van der Lof was leading. Caresani started to close the gap, but tried too hard and spun. Third place man Michiel Campagne had great difficulty keeping the powerful Corvette Grand Sport pointing in the right direction, which enabled Caresani to hang on to second place. Dirk Waaijenberg was first touring car home in his Ford Falcon. Armand Adriaans increased his lead in the championship standings with a solid fifth and eighth in the two races.

Regen beslissende factor bij Historic Grand Prix
In de aanloop naar het hoogtepunt van het jaar was de inschrijflijst overvol, maar zoals altijd gingen er naarmate het laatste weekend van augustus dichterbij kwam ook weer wat namen vanaf, zodat iedereen die wilde uiteindelijk daadwerkelijk kon deelnemen. Evengoed was het in de kwalificatie met 56 auto’s natuurlijk erg druk op de baan, temeer omdat er in het drukke programma geen tijd was voor een voorafgaande vrije training.
Kwalificatie: gele vlag bepaalt de pole
De HGP trok een aantal “nieuwe auto’s”, zoals een Renault 4CV met bouwjaar 1952. Eigenaar Henk Janus had niemand minder dan Melroy Heemskerk als rijder aangetrokken, maar ook dit jonge talent had moeite om in dit (zelfs voor NK HTGT begrippen) bejaarde karretje een snelle tijd te zetten. Aan de andere kant van het spectrum zagen we een Ferrari 250 GTO in 1964 specificatie. Niet één van de drie echte natuurlijk, maar een schitterende replica uit de stal van Piet Roelofs, die door Alexander van der Lof naar de snelste tijd werd gereden in 2:02,4. BMW-ontwerper Adrian van Hooydonk maakte zijn NK HTGT debuut in een BMW 1800 TI/SA en oudgediende Ton Vos zijn comeback in een Porsche 356. In de categorie “nieuwe auto’s” moeten we ook de Corvette Grand Sport van Michiel Campagne vermelden. Vers gebouwd en dus voorzien van kinderziekten, die er zonder vrije training nog niet uit waren… Michiel eindigde de kwalificatie dan ook op plaats 56 en het team reisde spoorslags af naar Lelystad voor wat broodnodig testwerk. Met zoveel auto’s op 4,3 kilometer asfalt is het dringen op de baan, maar dat is nog geen excuus om een andere auto te raken. In een historische race is dat al zeer discutabel, in de kwalificatie is het gewoon not done, zo werd Jip van Putten door de wedstrijdleiding te verstaan gegeven nadat hij met zijn Shelby Mustang Shirley van der Lof in haar Porsche 911 een optater had verkocht. Hij kreeg daarbij een verrassend milde straf van 5 plaatsen terug op de grid opgelegd. Drie anderen kregen een soortgelijke straf, maar dan voor inhalen onder geel, te weten Erwin van Lieshout met de Porsche 911, Rob Bergmans in de Iso Rivolta en… Alexander van der Lof, die zijn pole dus mocht overdragen aan Roman Caresani die een 2:03,6 uit zijn Porsche 904/6 had weten te persen. Alexander Schlüchter, deze keer weer onderweg in zijn Lotus Elan, mocht van de tweede plaats vertrekken, terwijl Dirk Waaijenberg de vruchten plukte van enkele gewichtsbesparende en ademhalingsverbeterende maatregelen aan zijn Ford Falcon. Hij zette de CT10 concurrentie op achterstand en klokte een ijzersterke P3. Jos Stevens schoof door naar de vierde stek in de Lotus Elan, Van der Lof was toch nog vijfde want ook Bergmans had straf. Anthony van de Oetelaar reed de E-type naar P6, Armand Adriaans mocht als zevende vetrekken in de Shelby Mustang. Bergmans kreeg P8 toebedeeld, terwijl de Ford Falcons van Norbert Gross en Frits Campagne de top-10 volmaakten. Voor Huib Mars met de Austin Healey (kapotte cilinderkop) was de HGP helaas alweer afgelopen voordat hij goed en wel begonnen was.
Race 1: vroeg op…en nat!
Op zaterdag moesten de dames en heren al om 8 uur ’s ochtends aan de bak. Het leek erop alsof Antony van den Oetelaar zich verslapen had, maar niets was minder waar, de verdeler had het begeven en de E-type was op weg naar de voorstart gestrand. Er was dus een lege plek op de grid en dat was extra jammer vanwege de groepsfoto. Bij de start waren Caresani, Waaijenberg en Adriaans goed weg, terwijl Jos Stevens wat aarzelde waardoor Alexander van der Lof aansloot op plaats 4.
De race was nog maar net begonnen of er barstte een flinke bui los. De rijders met auto’s waar de motor zich in de buurt van de aangedreven wielen bevindt, zagen dit natuurlijk met genoegen aan en gingen er eens goed voor zitten. Caresani had een gaatje terwijl Waaijenberg zolang het nog enigszins droog was de tweede plaats in handen hield, voor Van der Lof. Daarachter volgde Schlüchter, voor het strijdende duo Bergmans-Adriaans. Bij het ingaan van de derde ronde was de baan inmiddels behoorlijk nat en was het Michael Koel die van plaats 7 opgerukt was naar plaats 3. Graham Wilson met de Lotus Elan en Frans van Maarschalkerwaart met de Shelby Mustang meldden zich op dit moment in de top-10. In het damesklassement ging Shirley van der Lof ruim aan de leiding met haar Porsche 911, terwijl Rhea Sautter (E-type) en Alexandra Auer (AH Sprite) in gevecht waren om de tweede plaats. Alexander Schlüchter was intussen achterop het circuit stilgevallen met een ontstekingsprobleem.
Bij het ingaan van de vierde ronde was Michael Koel opgerukt naar de tweede plaats achter Caresani. Van der Lof lag derde, voor het strijdende trio Bergmans-Adriaans-Waaijenberg die grote moeite hadden de overvloedig aanwezige Amerikaanse paarden enigszins op het wegdek over te brengen. Theo van Gammeren zag dit allemaal met genoegen aan vanachter het stuur van zijn Porsche 911 en begon het drietal binnen te hengelen. Op dit moment was de baan op zijn gladst, want alle olie was uit de poriën van het asfalt tevoorschijn gekomen, maar nog niet weggespoeld. Chris Mulder ondervond dit aan de lijve met een pirouette waarbij zijn Porsche 911 helaas kennismaakte met de vangrail. De schade bleek achteraf zodanig dat het weekend er voor hem opzat. Bij de kleine toerwagens was het Roger Ebdon die de zaak onder controle had. René de Vries lag aanvankelijk tweede, maar had zich niet ingesteld op regen en Timo Span en Rob Rappange kwamen zienderogen dichterbij. Dat gebeurde in een mooi treintje onder aanvoering van Max Boodie in de zwierende Mustang, met daarchter Nykle Meijer in de E-type, de Mini’s van de Vries en Rappange en de Porsche van Erwin van Lieshout, terwijl Timo Span in de Mini en Ron Verzijlbergen in de Fiat Abarth ernaartoe reden en ook Michiel Campagne op weg naar voren was. Daarachter zagen we de toerwagengevechten van weleer in slow motion herhaald worden: Gerrit Jan van Leenen hield met zijn Lotus Cortina de BMW TI/SA van Van Hooydonk en de Lotus Cortina van Gerard Zwart achter zich. Tot en met de laatste plaats werd er geknokt, Peter Struik had zijn moment of glory toen hij zijn MGB langs de Mustang van Thomas Augustin wist te sturen. Helaas duurde zijn vreugde maar kort, want even later parkeerde hij de auto in de pits met een onaangenaam geluid in de motor.
Stephen Perry heeft tot nog toe geen geluk met zijn Ford Falcon, bij hem ging het vuur onder de kroketten na vier ronden al uit, hij stopte bij Post 7. Links en rechts waren er spins en uitstapjes, de meeste zonder contact, maar met zulke verraderlijke omstandigheden viel dat niet altijd te voorkomen. Voor de toeschouwers was het nauwelijks nog te volgen. Frans van Maarschalkerwaart verloor 18 plaatsen door een uitstapje, maar kon verder, al hield hij er wel een deuk in zijn deur aan over. Michiel van Duijvendijk moest de pits opzoeken met de Porsche 911 en Bas Jansen zagen we met de Healey 3-liter in de grindbak van het Scheivlak staan, maar kon na enig sleepwerk toch weer verder. Alexandra Auer heeft de wonderlijke gewoonte om soms langs de baan een parkeerplaats te zoeken en deed dat nu bij het ingaan van de Kumhobocht. Een ronde later reed ze weer verder.
Er was volop mooi racewerk te zien, zo ging Jaap van Ende (Ford Falcon) voorbij aan Frits Campagne, was er een Mini-treintje van Rappange, de Vries en Span en ging Adriaans mooi dwars de Hunserug op, onderwijl Waaijenberg en Van Gammeren voorblijvend. De strijdende groep in het middenveld was nu gigantsisch geworden en bestond uit Shirley van der Lof, Graham Wilson, Jaap van der Ende, Jip van Putten, Nykle Meijer, Rob Rappange, Erwin van Lieshout, Frits Campagne, Michiel Campagne, René de Vries en Timo Span. Frans de Vos (Lotus Cortina) ging fraai buitenom bij Max Boodie en Shirley van der Lof deed hetzelfde bij Edwin Dijkman (MGB). Melroy Heemskerk had het reuze naar zijn zin in het kleine Renaultje, hij pakte de één na de ander in met strak stuurwerk, waarbij de ingehaalde deelnemers vervolgens regelmatig spinden omdat ze dachten toch minstens zo hard de bocht om te moeten kunnen. En Alexandra Auer? Die reed nog een paar rondjes maar zette haar gele gebakje toch maar weer op dezelfde tamelijk gevaarlijke plek neer, net naast de baan in de Kumhobocht. Gelukkig zat de race er inmiddels bijna op.
Hoewel 25 minuten zonder extra minuut overeenkwamen met slechts 10 ronden, kende deze race een record aantal positiewisselingen, waardoor het verloop lastig te volgen was. Vooraan veranderde er echter niet veel: Caresani reed gecontroleerd naar de winst, Michael Koel werd fraai tweede op 0,3 seconde en won uiteraard de GTS11 klasse. Op 6 seconden volgde Van der Lof in de Ferrari, voor Rob Bergmans en Armand Adriaans, die weer een solide resultaat boekte. Giant killer Roger Ebdon pakte met zijn kleine Mini nipt de zesde plaats en had ook bijna nog Adriaans te pakken. Hij was daarmee uiteraard de winnaar van de kleine toerwagenklasse. Theo van Gammeren werd zevende en tweede in GTS11, Dirk Waaijenberg achtste en winnaar in CT10. Timo Span en Rob Rappange waren de volgende twee lachende Mini-rijders op de plaatsen 9 en 10. Maar de beste prestatie was misschien wel die van Michiel Campagne, die met de minst geschikte auto voor de omstandigheden, de Corvette Grand Sport, van de 54e naar de 11e plaats reed. En laten we Melroy Heemskerk niet vergeten, die was 37ste aan de finish, vanaf plek 55. Bij de kleine GT’s ging de winst naar Michel Lombard in de Alpine A110, terwijl de Lotus-eer in GTS10 gered werd door Graham Wilson, voor Ton Vos in de oude getrouwe Porsche 356. Frans de Vos pakte de maximale punten in CT08.
Zondag: volle tribunes en….weer regen!
Op zondag mocht het NK HTGT op prime time acteren en dat betekende volle tribunes en duintoppen. Voor de winnaar was er behalve de eer en het gebruikelijke zilverwerk deze keer ook een klokje te winnen, voor om de pols. Van het merk Chopard, dus de moeite waard om wat extra gas voor te geven, maar niet zozeer dat je er een motorrevisie of fikse schade voor moest riskeren. Hoe dan ook, het leek erop dat de heren Caresani en Van der Lof hiervoor de grote kanshebbers waren, met wellicht nog een klein kansje voor Michiel Campagne vanaf de tiende startplaats.
Niet iedereen was present voor de start. De Marcos van Richard Evans had weer eens een kapotte Volvo-bak opgelopen en deze keer was er geen quick fix of leenonderdeel voorhanden, dus hij moest lijdzaam toezien hoe de Porsche concurrentie de punten in GTS11 ging verdelen. Melroy Heemskerk leek het verstandig om met zijn 4 pk-tje niet vanaf plaats 37 maar gewoon achteraan te starten. En Alexander Schlüchter kwam na de opwarmronde de pits in, maar kon na de start alsnog achteraan sluiten.
Lichten uit en het was Michael Koel die als eerste de Tarzanbocht indook, gevolgd door Caresani, Van der Lof een Waaijenberg. Natuurlijk kon de 911 dit op droog asfalt niet volhouden en bij de eerste doorkomst was Michael zesde achter hetzelfde rijtje, plus Michiel Campagne die dus al vijf plaatsen was opgeschoven. Na twee ronden was de Ferrari de Iso Rivolta voorbij gegaan en klokte Van der Lof een ronde in 2:01, wat zijn intenties duidelijk maakte. Campagne lag nu derde. Schlüchter was alweer goed op weg naar voren en er was een leuke strijd gaande tussen Gerard Zwart, Ebgbert Kolvoort (MGB) Alexandra Auer en Melroy Heemskerk, die in de drukte van de beginfase goed kon aanpikken.
De Ford Falcons hebben zo hun eigen mores, met een slagschip voer je nu eenmaal op andere wijze oorlog dan met een rank en wendbaar bootje. Waaijenberg was weer ongenaakbaar, maar daarachter ging het er heftig aan toe. Meestal bevindt zich een groene oorlogsbodem in het centrum van de strijd en die trok nu aan het kortste eind, want het was Martin Bijleveld plots voorop reed, met een kapotte voorbumper, terwijl Frits Campagne vervolgens eens een geslaagde uitrempoging deed. De auto van Frits liep sowieso erg hard en dat is vaak een voorbode van motorproblemen. Zo ook nu: krukas gebroken, dus einde race na 3 ronden. Ook Bert du Toy van Hees staakte de strijd, met een ontstekingsprobleem aan de Coventry Climax krachtbron van zijn Lotus Elite. Roger Ebdon moest op het droge langzaam terrein prijsgeven en werd opgejaagd door Jos Stevens en Max Boodie, terwijl Nick Swift in de Mini van René de Vries daarachter zijn kansen afwachtte.
De Lotus Elans deden het goed op het droge asfalt, Graham Wilson rukte op naar plaats 5, na een felle strijd met Waaijenberg, terwijl Schlüchter de top-10 naderde, gevolgd door Jos Stevens. Frans de Vos had wederom de leiding in CT08 en was in gevecht met de Porsche 911 van Erwin van Lieshout, de niet verwachtte dat de oude Vos het buitenom zou proberen in de Hugenholtzbocht en hem zodoende bijna de (nieuwe) muur in duwde.
Caresani had intussen de Ferrari op zijn staart hangen en het leek slechts een kwestie van tijd voor hij erlangs zou gaan. Bij de Mini’s nam Nick Swift de leiding over, maar het was hem niet gegund, na vier ronden brak een remschijf. Dat gaf de leiding weer aan Ebdon, maar Rob Rappange had andere plannen. Gerrit Jan van Leenen streed intussen met Frank Romo, totdat de Duitser spinde in de S-bocht en voor de zekerheid een pitstop maakte. Er bleek niets aan de hand met de Mini, dus hij reed weer vrolijk verder. In de zevende ronde was het moment daar, Van der Lof nam de leiding over. De 2-liter Porsche krachtbron van Caresani had geen antwoord op de pk’s van de 3-liter twaalfcilinder in de Ferrari. In CT08 was er zicht op een strijd om de eerste plaats, Leo Landman was op jacht naar Frans de Vos, maar hij viel ten prooi aan een bekende Lotus Cortina-kwaal: afgebroken versnellingspook.
Waar er voor de start van de race er een klein wolkje naast het circuit hing, bleek dat nu ineens boven de baan te hangen en er kwam ook nog verrassend veel water uit. Het was eigenlijk een herhaling van de zaterdag, met dit verschil dat er al 7 ronden afgelegd waren. Net als de dag ervoor ontstond er een fraai waterballet. Het is ondoenlijk om alle capriolen te noemen, maar de toppers waren Rhea Sautter, die bij het uitkomen van de S-bocht rond ging, Max Boodie onderaan de Hunserug en Harmen van Putten, die op dezelfde plek hoge punten van de jury scoorde. Minder fortuinlijk was Onno Vlaanderen, die de fraaie aluminium neus van de E-type inkortte ter hoogte van de baanpost in de Hugenholtzbocht. Stephen Perry boekte vooruitgang, maar met 8 rondjes reed hij er nog steeds één te weinig om geklasseerd te worden.
Caresani leek door de regen weer een kans te hebben om het gat naar Van der Lof te dichten. Daarbij moest hij natuurlijk wel stevig risico nemen en dat werd hem fataal, hij ging bij het uitkomen van de S-bocht achterstevoren. Thomas Kargus (Lotus Elan) kon hem daarbij nog maar net ontwijken. Het kostte Caresani twintig seconden en dat betekende dat Van der Lof rustig naar de winst kon rijden. Michael Koel had het in de regen weer opperbest naar zijn zin en vocht zich terug de top-10 in en ook Melroy Heemskerk leefde weer op, met een aantal briljante binnendooracties op de Shelby Mustang van Van Putten, die er op het eerstvolgende rechte stuk dan weer voorbij spoot. Lombard had ineens ook weer goede tractie in zijn Alpine en verschalkte Bondesson’s Lotus Elan terwijl Jos Stevens ingepakt werd door Bijleveld. Ook het trio Rappange- van Lieshout – Jasper Izaks (Fiat Abarth) leverde mooie strijd in de nattigheid.
Anderen hadden het vooral moeilijk met de omstandigheden. Max Boodie kreeg er maar geen genoeg van, tot hij eraf ging in de Kumhobocht. Shirley van der Lof ging er daar buitenom voorbij, een bewijs dat een Porsche 911 ook in de grindbak meer tractie heeft! Het pirouettefeest werd alleen maar heviger en met gestrande auto’s op diverse plaatsen besloot de wedstrijdleiding tot een full-course yellow. Daarmee eindigde de race met een dompertje, maar dat vond niemand erg, want in de 11 voorgaande ronden was het spektakel immers van grote klasse geweest.
Van der Lof mocht het horloge in ontvangst nemen, Caresani was tweede op 12 seconden, Michiel Campagne derde op 38 seconden. Rob Bergmans werd vierde voor GTS10-winnaar Wilson en GTS11-winnaar Koel. Waaijenberg was zesde en scoorde weer maximaal in CT10. Armand Adriaans reed opnieuw een bekeken race, achtste was misschien niet spectaculair, maar wel goed voor maximale punten in GTS12. Schlüchter en Bijleveld maakten de top-10 vol. Bij de kleine toerwagens was het weer Ebdon, voor Rappange en Izaks, terwijl Lombard opnieuw de kleine GT-klasse op zijn naam schreef en Frans de Vos nogmaals de winst in CT08 opeiste.
Met nog twee races te gaan kan er nog van alles gebeuren, maar als Armand Adriaans doet wat hij het hele seizoen heeft gedaan, hard maar niet te hard rijden zodat hij aan de finish komt, kan het kampioenschap hem niet meer ontgaan.

Stippler steals the show in front of packed Assen grandstands

(voor Nederlands even naar beneden scrollen)

Some 80.000 enthousiastic spectators lined the Assen TT-circuit to see Audi GT racer Frank Stippler win Sunday’s race for the Dutch pre-‘66 championship. Starting from the back of the grid at the wheel of Georg Nolte’s Bizzarini 5300GT, expectations were high. Yet the German pro did not have an easy run, having to overtake 35 cars. At the start it was Michiel Campagne who took the lead in his Corvette Stingray, while triple Assen winner Roman Caresani had a tough early part of the race in his Porsche 904/6. It took him several laps to overtake the aggressively driven Ford falcon of Norbert Gross. While Caresani was edging up to Campagne, Stippler was closing in quickly. An attempt to overtake both leaders at once was blocked by Campagne. This gave Caresani a chance to escape, but this was shortlived. Eventually Stippler took the lead, while Campagne had to peel off to the pits. Gross inherited third, ahead of Jos Stevens and former Formula Ford world champion Jacky van der Ende. Armand Adriaans had to be content with sixth in his Shelby Mustang, but it was enough for him to hang on to first place in the championship standings. He leads from René de Vries, who won his class in a Mini Cooper S.
Saturday’s race was won by Caresani, Michiel Campagne being kept busy fending off Jos Stevens’ Lotus Elan. Stevens looked quicker, but could not find a way past. Norbert Gross won the touring car class, ahead of Martin Bijeveld. The battle of the race went on between Frans de Vos (Lotus Cortina) and Roger Ebdon (Mini Cooper S), losing them both time, which enabled Alexander Schlüchter and René de Vries to win the corresponding classesGamma Racing Day
Voor de tweede maal in successie was het NK HTGT te gast tijdens de Gamma Racing Day op het TT circuit van Assen. De GRD is een druk bezocht, want gratis, evenement, met een scala aan wedstrijden op twee, drie en vier wielen en allerhande demonstraties, onder andere van een Red Bull formule 1. Marketingonderzoekers hebben uitgezocht dat de zijspannen en het NK HTGT de populairste programmaonderdelen zijn. Met meer dan 80.000 toeschouwers waaronder veel jongeren en gezinnen op de tribune vormde het een mooi uithangbord voor de historische autosport.
Een week voor het evenement verscheen er een verrassende naam op de inschrijflijst: Frank Stippler, voormalig kampioen in de Porsche Supercup en een week eerder nog winnaar van de 24 uur van Spa met een Audi R8. Hij zou een Bizzarini 5300 uit de stal van Georg Nolte besturen en mocht daarmee als een kanshebber voor de overwinning gezien worden. Een andere oud-kampioen die zijn comeback maakte was Frans de Vos, uiteraard in een Lotus Cortina.
Kwalificatie
Met een bomvol programma was er geen tijd voor een vrije training, maar daartegenover stond dat de kwalificatie liefst 40 minuten duurde. De meesten hadden het na 10 rondjes wel gezien, maar MGB-piloten Edwin Dijkman en Egbert Kolvoort kwamen tot 16. Frans van Maarschalkerwaart had pech, hij liet precies nul rondjes optekenen. Stippler schitterde door afwezigheid, hoewel de Bizza klaar stond in de pits. Het wekte dan ook bij niemand verwondering dat Roman Caresani net als drie weken eerder de snelste man was, hij sleurde zijn Porsche 904/6 rond in een tijd van 2:03,9. Op iets meer dan 3/10e volgde Jos Stevens in de Lotus Elan, terwijl Michiel Campagne de derde tijd zette in de Corvette Stingray. Daarna kwam een rijtje Fords onder aanvoering van Armand Adriaans (Shelby Mustang), voor Norbert Gross (Falcon), Georg Nolte (GT40) en het duo Bijleveld/van der Ende (Falcon). Snelste in GTS11 was Michael Koel in de Porsche 911 op plaats 8. In CT08, Lotus Cortina land, heerste Leo Landman. Hij was 6/10e sneller dan Alexander Schlüchter, terwijl Frans de Vos onder meer problemen met de remmen had en nog enkele seconden tekortkwam. René de Vries was de snelste Mini, voor Nico van Velsen en Roger Ebdon. Alexandra Auer had problemen met de koppeling en wilde de handdoek in de ring gooien, maar Egbert Kolvoort was het daar niet mee eens. Hij regelde een vervangend onderdeel bij Mark Dols, dat Timo Span vervolgens mee naar Assen nam en door Egbert en Thomas Ardelt onder de Sprite werd gesleuteld.
Race 1: zomeravondcompetitie
Half 7 ’s avonds, aan het eind van een warme zomerse zaterdag kwam het NK voor de eerste keer in actie. Voor Leo Landman eindigde de race al voordat hij begonnen was, in de opwarmronde. Het gas bleef hangen door een probleem in de carburateur. Verder was iedereen present, hoewel Stippler zich nog steeds niet liet zien.
Caresani was als snelste weg, voor Campagne, Stevens, Gross en Bijleveld. Het was na een lange dag vol actie behoorlijk glad op de baan, dat merkte Armand Adriaans toen hij bijna spinde bij het uitkomen van de Haarbocht. In de Strubben zette Bijleveld zijn Falcon naast die van Gross, maar de Duitser had bij het uitkomen meer tractie. Gerrit Jan van Leenen had zijn gebruikelijke goede start met de Lotus Cortina, maar liet iedereen weer voorbij toen hij de pits inreed om een vibratie te onderzoeken. Michael Koel werd aangevallen door de altijd snel startende Richard Evans in de Marcos, maar even later zat Nolte ertussen en was het gevaar geweken. Schlüchter was nu de leider in CT08 en ging met een gewaagde actie buitenom de Porsche 911 van Theo van Gammeren, maar die pakte hem meteen weer terug. Daarachter volgden de andere 911- piloten, Chris Mulder en Erwin van Lieshout, op de hielen gezeten door Jac Meeuwissen in de 3-liter Healey en Frans de Vos die nu duidelijk wel goede remmen had. Kort achter dit groepje volgden de strijdende Mini’s van René de Vries en Roger Ebdon met Bert du Toy van hees in de Lotus Elite in hun kielzog. Verder naar achteren werd Klaas Span in zijn Mini opgejaagd door Alexandra Auer en Egbert Kolvoort, terwijl Michel Lombard (Alpine A110), Mark Schmidt (MGB) en Frank Romo (Mini) elkaar de laatste plaats probeerden op te dringen.
Terwijl Caresani een kleine voorsprong had opgebouwd, probeerde Jos Stevens om Michiel Campagne tot een foutje te verleiden. Gross had nog steeds de leiding bij de toerwagens voor Bijleveld. Daarachter volgde Adriaans. Michael Koel had het moeilijk om de veel snellere GT40 van Nolte achter zich te houden, terwijl Evans werd aangepakt door Frits Campagne in de Ford Falcon. Frans de Vos had wat terrein verloren en dook drie dik met Roger Ebdon en Bert du Toy van Hees de Haarbocht in. Het paste niet, de Cortina toucheerde het portier van de Mini en ging bijna achterstevoren. Bob Stevens in de Triumph TR4 zag het voor zijn neus gebeuren en profiteerde. Leuke strijd was er ook tussen Huib Mars Austin Healey), Bert Mets (Morris Cooper) en Edwin Dijkman (MGB).
Zoals altijd was er volop actie in de GT bocht. Alexandra Auer probeerde Klaas Span uit te remmen. Klaas had het te laat in de gaten en stuurde in, waardoor de Mini en de Kikkeroog elkaar raakten. Even later sneed Roger Ebdon de bocht iets te krap aan en werd gelanceerd, wat een spectaculair moment op twee wielen opleverde. Even tegensturen en hij kwam weer op zijn pootjes terecht, maar het deed de snelheid op start-finish natuurlijk geen goed.
In ronde vijf zat Jos Stevens op de bumper van Michiel Campagne. Armand Adriaans leek snelheid tekort te komen, hij kon niet aanpikken bij de Falcons. De andere twee Shelby Mustangs, van Michel Oprey en de achteraan gestarte Frans van Maarschalkerwaart streden een robbertje en het was Van Maarschalkerwaart die de positie pakte. Helaas duurde de vreugde maar kort, want de steekas bleek opnieuw een eigen leven te gaan leiden en de GT350 veranderde in een driewieler. Het liep allemaal goed af, maar het weekend zat erop voor Frans. Schlüchter deed weer een buitenomactie in de Haarbocht, deze keer bij Lars Bondesson met zijn Elan. Daarachter volgde het strijdende Porsche-trio Van Gammeren, van Lieshout en Mulder. Deze groep zorgde voor veel actie, want Bondesson werd ingelopen door de drie Porsches en ook Meeuwissen haakte aan. Van Gammeren ging langs Bondesson en Meeuwissen pakte Mukder in, terwijl nu ook Bas Jansen met de blauwe Austin Healey aansluiting had. Ook hij ging Mulder voorbij en we kregen nu The Battle of the Healeys. Meeuwissen deed zijn uiterste best om Jansen voor te blijven maar uiteindelijk maakte hij een halve spin toen hij te snel door de Haarbocht ging en was Jansen los.
Vooraan lukte het Stevens nog steeds niet om langs Campagne te komen, al zat hij er regelmatig links en rechts naast. Michael Koel had ondertussen Georg Nolte voorbij moeten laten en zocht naar een mogelijkheid om de GT40 terug te pakken, maar dat viel niet mee. Mulder had door de schuiver van Meeuwissen weer aansluiting gekregen en voerde de druk op. En met succes, want de groene Healey ging 360˚ rond in de Strubben en de Porsche was erlangs. Bas Jansen was intussen ook Erwin van Lieshout gepasseerd, terwijl Frans de Vos aan Meeuwissen voorbij ging.
In tegenstelling tot drie weken eerder ging de race over 25 minuten, dus zonder een extra ronde, en dat betekende dat Caresani al na 12 ronden als winnaar werd afgevlagd. Michiel Campagne volgde op een dikke 20 seconden. Voor Jos Stevens had de race niet langer moeten duren, want zijn dynamo had het begeven en de Lotus begon in te houden. Gross werd vierde en eerste in CT10, Bijleveld vijfde. Adriaans, Koel, Nolte, Frits Campagne en Richard Evans maakten de top-10 vol. Schlüchter pakte de winst in CT08, en René de Vries had alle mazzel dat hij bij een kleine escapade in de tiende ronde net op tijd weer het juiste spoor vond, want Ebdon zat nog maar een seconde achter hem. Ook voor Bert Mets waren die 12 ronden een geschenk, want hij kwam met een afgelopen v-snaar en de temperatuurmeter ver in het rood over de finish. Bert du Toy van Hees won de kleine GT-klasse.
Race 2: Stippler wint van achteraf
De tweede race vond zondag plaats op prime time. Klaas Span had pech, een onwillige koppeling maakte dat hij bleef steken in de paddock. Gerrit Jan van Leenen had een nieuwe cardanas laten aanrukken en bij Bert Mets was na overleg (inclusief videoverbinding) met motorenbouwer Nick Swift besloten dat een nieuwe koppakking voldoende moest zijn. Achteraan het veld stond nu inderdaad de rode Bizzarini met Stippler aan het stuur. Ook deze race zou weer over 25 minuten gaan. Toch jammer dat er gekozen wordt voor een lange voorstart met een opstel- en een opwarmronde, de echte fans zien liever een extra rondje racen! Frits Campagne deelt die mening ongetwijfeld, want zijn Falcon wilde bij de start van de opwarmronde niet meer aanslaan. Onder luid applaus van de bomvolle tribune werd hij aangeduwd en kon toch nog achteraan sluiten.
Michiel Campagne was het beste weg, terwijl Caresani zich liet inpakken door Gross en Jos Stevens ook nog eens door Van der Ende. We hebben het dan over Jacky van der Ende, want de ex-wereldkampioen Formule Ford nam voor de gelegenheid het stuur van zijn vader over. Gerrit Jan van Leenen had weer een goede start, geholpen door het feit dat de naast hem vertrokken Stippler het nog even rustig aan deed.
Aan het einde van de eerste ronde remde Caresani Gross uit in de GT bocht, maar de Duitser vocht terug en positioneerde zijn slagschip even verderop zodanig dat de Oostenrijker eieren voor zijn geld moest kiezen. Stippler was intussen opgerukt naar plaats 17. René de Vries had zich bij de start laten piepelen door Roger Ebdon en Mark Schmidt en Frank Romo waren weer druk met het aan elkaar doorgeven van de rode lantaarn.
Caresani was ook de volgend ronde nog niet waar hij zijn wilde, hij raakte zelfs kortstondig drie plaatsen kwijt, want Gross bleek bijzonder lastig te passeren. Maar de Porsche is zoveel lichter dan de Falcon dat hij hem uiteindelijk kon uitremmen. Michiel Campagne lachte ondertussen in zijn vuistje, want hij had een leuke voorspong kunnen opbouwen. Michael Koel zat intussen voor de GT40 van Nolte, maar kon hem niet afschuddden. Frank Stippler was nu in de top-10 aanbeland. Bondesson had Schlüchter weer in zijn nek, terwijl daarachter de Healey-Porsche strijd in volle hevigheid was losgebarsten. Bas Jansen leidde het groepje, en Jac Meeuwissen haalde Chris Mulder om de aansluiting te behouden. Daarachter volgden Van Gammeren en van Lieshout. Ook Ebdon en De Vos hadden hun gevecht uit race 1 weer opgepakt, wat René de Vries de gelegenheid gaf om dichterbij te komen.
Caresani was nu bezig het gat naar Campagne dicht te rijden, terwijl Gross, van der Ende en Jos Stevens in een treintje reden dat echter rap werd ingelopen door Stippler, die Evans, Nolte, Koel en Adriaans voorbij was. De Vries was nog steeds op jacht naar Ebdon, nu in gezelschap van Bert du Toy van Hees en het achteraan gestarte duo Leo Landman en Frits Campagne.
De actie ging nog een versnelling hoger toen Schlüchter, die Meeuwissen achter zich had zien opduiken, besloot om Bondesson buitenom in te halen in de GT bocht. De Zweed verwachtte dit niet en dook het gras op, wat hem nog twee plaatsen extra kostte. Het drama werd nog groter toen we de Elan een halve ronde verder in de Ruskenhoek naast de baan zagen staan. Een losgekomen benzineleiding had brand veroorzaakt, maar Lars wist het vuurtje gelukkig snel te blussen. Nolte had zijn kans schoon gezien om Koel voorbij te blazen, René de Vries zat pal achter Roger Ebdon en Bob Stevens had Michel Oprey uitgeremd in de GT bocht, een trucje dat Edwin Dijkman probeerde te herhalen, maar dat liet de oude Vos Oprey niet gebeuren.
Het publiek was nu goed opgewarmd en dat kwam mooi uit, want aan kop had Caresani de aansluiting met Campagne, terwijl Stippler nog maar op zo’n 200 meter zat. Een poging om de twee leiders in de Haarbocht buitenom in te halen werd door Campagne afgestopt, waardoor Caresani even kon ontsnappen, maar even later nam Stippler toch de leiding. Michiel Campagne kreeg een meatball en moest naar de pits, want men had gezien dat de Corvette vloeistof lekte. Daarmee was de strijd vooraan beslist, maar verderop in het veld was dat zeker nog niet het geval. Chris Mulder had zijn handen vol aan de aandringende Theo van Gammeren, terwijl Erwin van Lieshout afwachtte. Leo Landman was intussen bij Frans de Vos aangekomen en de twee Lotus Cortina’s maakten er een mooie strijd van alvorens Landman ervandoor ging. Daarachter moest Ebdon alles uit de kast halen om De Vries voor te blijven. Ook nu weer zorgde hij voor spektakel in de GT bocht door een spin, waar De Vries uiteraard gretig van profiteerde. Ook Nico van Velsen zag zijn kans schoon en ging Ebdon voorbij met een late remactie. Theo van Gammeren probeerde eenzelfde late remactie op Chris Mulder, maar hij schoot door en moest lijdzaam toezien dat behalve Mulder ook Van Lieshout en Landman voorbij kwamen.
Er begonnen inmiddels wat slachtoffers te vallen. Bas Jansen was gestopt met een kapot pignon, bij Frits Campagne was de accu leeg en raakten zodoende de vonken op terwijl Frans de Vos een rookgordijn legde toen het differentieel leegliep. Met 10 afgelegde ronden ging de strijd zijn laatste fase in en nam het aantal uitrempogingen in de GT bocht nog verder toe. De prijs voor de meest optimistische uitremactie ging naar Bob Stevens, die rechts over het gras peerde, voor Bert du Toy van Hees langs kruiste en links via de grindbak het plekje weer teruggaf. Mark Schmidt en Frank Romo lieten zien hoe het wel hoort: zij gingen netjes naast elkaar de bocht door waarbij Schmidt de positie pakte en daarmee revanche nam op Romo, die hem in de eerste race had afgetroefd. Erwin van Lieshout had het duo Van Gammeren-Mulder gedurende de gehele goed geobserveerd en reed voorop op het moment dat het telde.
Maar het was de pro Stippler die de race, won, op 1,2 seconde gevolgd door Caresani, die wellicht had kunnen winnen als Gross hem in het begin niet zo gehinderd had. De Duitser werd derde, want hij wist Jos Stevens met succes af te houden. Jacky van der Ende was vijfde. Adriaans werd opnieuw zesde, en scoorde deze keer maximaal in GTS12 , belangrijke punten om de leiding in het kampioenschap te behouden. Nolte had een halve seconde op een gefrustreerde Michael Koel, die toch best tevreden kon zijn met twee dominante overwinningen in GTS11, voor de normaal gesproken Porsche-killing Marcos van Richard Evans. Jac Meeuwissen maakte de top-10 vol. Daarna volgde Schlüchter, de winnaar in CT08, voor Leo Landman die ongetwijfeld liever had gezien dat de race nog wat langer had geduurd. René de Vries scoorde opnieuw maximale punten in CT07 en kruipt in de kampioenschapstand langzaam naar Armand Adriaans toe.

GT40 rules Dutch historics at Assen

(voor Nederlands even naar beneden scrollen)

A 42-strong field of pre-’65 GT’s and saloons descended on the Assen TT-circuit during the “40 years of Morgan Club Holland” celebrations, for rounds 5 and 6 of the NK HTGT Dutch historic championship. Bert du Toy van Hees qualified his Lotus Elan fastest on the drying track, with Antony van den Oetelaar (Jaguar E-type), Alexander Schlüchter (Lotus Elan) and Jaap Sinke (Austin Healey) within a second.
The Elans were quickest away at the start, but horsepower mattered in the dry and soon Van den Oetelaar took the lead, with Michiel Campagne in his thundering Chevrolet Corvette Grand Sport in hot pursuit. Stummeyer meanwhile had overcome his mechanical difficulties and climbed rapidly through the field, taking the lead on lap 6 and staying there until the finish. The saloon car clas was dominated by Ford Falcons, Frits Campagne turning out the surprising winner when Norbert Gross was penalised for a jumpstart and Jaap van de Ende lost ground after a contretemps with Roland Zoomers’ E-type in the GT-chicane.
Race 2 was a lights-to-flag victory for Stummeyer, with Michiel Campagne in second and Schlüchter in third all the way. The battle for fourth was intense, Joep Westerveld (Marcos 1800) drawing first blood before being overtaken by Martin Bijleveld in the Ford Falcon. Next, Bijleveld had to give way to Max Boodie in his Chevrolet Corvette and Steve Perry, in another Falcon, also got involved. Boodie dropped back due to a spin in the Haarbocht and Bijleveld lost time when he made contact with a Mini Cooper he was attempting to lap, handing fourth place to Perry.Ouderwetse knokpartijen op Assen
Het Morgan jubileumevenement op het TT-circuit van Assen vormde het strijdtoneel voor de vijfde en zesde ronde om het Delta Lloyd Xclusief NK HTGT. De Morgans +4 van Nico Zonneveld, Jochem Kentgens en Ad van der Kroft mochten zich vanwege het jubileum in extra belangstelling verheugen. Nieuwe gezichten waren Lars Bondesson, die 1000 kilometer uit Zweden was komen rijden om zijn Lotus Elan aan de start te brengen en onze Oosterbuur Wolfgang Schachinger, die een weekend om te vergeten meemaakte, zijn Ford Falcon Sprint hield het elke keer maar enkele ronden vol. Het Austin Healey kamp werd dit weekend versterkt door Jaap Sinke en Huib Mars. Dat bracht het totaal aantal bolides op 42, wederom een record voor het NK. Met zijn snelle stukken afgewisseld door langzame en soms erg krappe bochten zorgde het TT-circuit voor aantrekkelijke races met volop strijd en helaas af en toe ook wat plaatschade.
Na een wolkbreuk op zaterdagochtend was Bert du Toy van Hees met zijn Lotus Elan de snelste man in de kwalificatie, die plaatsvond op een opdrogende baan. Antony van den Oetelaar (Jaguar E-type), Alexander Schlüchter (Lotus Elan) en Jaap Sinke volgden binnen een seconde. Favoriet Georg Stummeyer werd wederom geplaagd door problemen en maakte slechts drie ronden vol met de Ford GT40, wat hem de 37-ste startplaats opleverde. Jasper Izaks, rijdend in de Abarth van Frans van Maarschalkerwaart omdat zijn eigen auto op transport was naar Silverstone, raakte de achterzijde van Gerrit Jan van Leenen’s Lotus Cortina. De ontstane schade bleek helaas niet zo snel te repareren, zodat er nog slechts één Abarth overbleef.
Bij de start van de eerste race was Schlüchter als eerste weg, gevolgd door Bert du Toy van Hees. De pk’s begonnen echter al snel te tellen en even later lag van den Oetelaar aan de leiding, op de huid gezeten door Michiel Campagne in de Corvette Grand Sport, terwijl ook Stummeyer met rasse schreden naderde. Jaap Sinke spinde bijna in de Haarbocht. Ook de daarna volgende bochtencombinatie Witterdiep-Ossebroeken-Madijk en de krappe Strubben zorgde voor veel spektakel, waarbij wegligging, remmen en de durf van de coureur op de proef werden gesteld. De eerste acties kwamen op naam van Henk Izaks (Fiat Abarth), Jochem Kentgens en Bob Stevens (Triumph TR4) die er een mooi gezelschapsspel van maakten.
Bert du Toy van Hees wist zich in de top-6 te handhaven door een mooie uitremactie op Norbert Gross (Ford Falcon) in de Haarbocht. Iets daarachter reed een peloton bestaande uit Lars Bondesson, Jac Meeuwissen (Austin Healey), Ad van der Kroft, Edwin Dijkman (MGB), Frans van Maarschalkerwaart (BMW 1800) en de Porsches van Michiel van Duijvendijk, Patrick Koel en Theo van Gammeren. Deze groep zou eigenlijk de gehele race in close company doorbrengen, in steeds wisselende volgorde, met af en toe een demarrage of aansluiting. De Tour de France is er niks bij! Leo Landman (Lotus Cortina) was bij de start al gedemarreerd door Meeuwissen, van Duijvendijk en Koel te verschalken en profiteerde van de onderlinge gevechten door langzaam weg te lopen.
Michiel Campagne had intussen de leiding gepakt, maar remde iets te laat voor de Haarbocht waardoor de rode E-type binnendoor voorbij kon steken. Ook Gross had opnieuw moeite zijn slagschip op tijd af te remmen, deze keer moest hij Sinke voor laten gaan. Roger Ebdon leidde vanaf de start de CT07 klasse, maar na drie ronden kwam Rob Rappange, die in de training geen tijd had kunnen zetten, hem voorbij. Even later begaf de koppakking van Ebdon’s oranje Mini Cooper het. De derde Mini-piloot, Klaas Span, moest na zeven ronden opgeven met een technisch probleem en ook voor de Healey van Meeuwissen ging in die ronde het licht uit, nadat hij ons getrakteerd had op een mooie spin.
In de tweede helft van het veld leidde van Leenen een treintje bestaande uit Dennis Bron (MGA), Egbert Kolvoort (MGB) en Bob Stevens (Triumph TR4). Deze mannen wisselden constant stuivertje en pas toen Bron’s linkervoorwiel afbrak, wist Kolvoort te ontsnappen. Ook achteraan het veld werd er geknokt: Ad Vermeulen (Alpine A110) had het aan de stok met Horst Kukemüller (Alfa Giulietta Sprint). Stummeyer was inmiddels aan de leiding gekomen en vergrootte zijn voorsprong op van den Oetelaar, die op zijn beurt een veilige afstand had tot Campagne. Daarachter volgden Schlüchter, du Toy van Hees en Sinke.
In de eindfase van de race werd zwaar gestreden om de zevende plaats tussen Norbert Gross, Jaap van de Ende (Ford Falcon), Roland Zoomers (Jaguar E-type) en Max Boodie (Chevrolet Corvette). Dat leverde wat kleerscheuren op want Zoomers ging achterwaarts de grindbak van de GT-bocht in, van de Ende viel bij dezelfde actie flink terug en Frank Romo werd ongewild slachtoffer toen duw van Boodie hem een fikse deuk in zijn Mini Cooper opleverde. Hoewel Gross als zevende over de streep kwam, had hij nog 10 seconden straf voor een jumpstart aan zijn broek hangen. Jammer genoeg reed hij vooraan een treintje. Zodoende werd Boodie zevende, Frits Campagne (Ford Falcon) achtste en verrassend winnaar in CT10, Nico Zonneveld was negende en versloeg Joep Westerveld (Marcos 1800) met 0,4 seconde in GTS11. Daarna pas volgde Gross, voor v/d Ende en Landman, die het peloton onder leiding van Ad van der Kroft nipt voor wist te blijven.
Race 2
Zoals gebruikelijk werd er op diverse auto’s van rijder gewisseld. Steve Perry verving Gross, Martin Bijleveld nam het stuur over van v/d Ende, Onno Vlaanderen piloteerde de E-type van v/d Oetelaar, Mark Schmidt de Morgan van Kentgens, Jasper Izaks stapte in de Abarth van zijn vader en ook Tim Watson sloot nog net op tijd aan, met een verse koppakking in de oranje Mini.
Bij de start werd Stummeyer even bedreigd door Schlüchter en Michiel Campagne, maar hij reed al snel weg, terwijl Campagne zich nestelde op plek 2. Joep Westerveld had een wereldstart en ging als vierde de Haarbocht in en ook Jasper Izaks maakte flink wat posities goed.
Bij de eerste doorkomst lag Bijleveld vierde, voor Westerveld, Boodie en de snel gestarte Bondesson, terwijl Du Toy van Hees door een spin de top-10 verliet. Om de tweede plaats in CT07 werd gestreden door een Mini-treintje van Tim Watson, Frank Romo en Klaas Span. Rappange was voor hen niet te pakken. De rode Mini-piloot had het bit tussen zijn tanden en kruiste rondenlang op spectaculaire wijze de degens (soms letterlijk) met diverse tegenstanders, waaronder Huib Mars (Austin Healey), Karen Campagne (Ford Mustang), Edwin Dijkman, Frank van Maarschalkerwaart en Jasper Izaks.
Ook in deze race was er weer een peloton en deze keer wist Leo Landman niet te ontsnappen: hij zat er middenin. Gedurende de gehele race werd er gestreden in een groep die onder andere Bondesson, Jos Stevens (Lotus Elan), Meeuwissen, Koel, van Duijvendijk, van der Kroft en Zoomers omvatte.
Rookie Bob Stevens gaat steeds beter. De TR4-piloot haalde onder andere Schmidt, Kolvoort, van Leenen en Romo in, maar helaas wisten ze hem op Romo na ook weer terug te pakken. Romo’s race eindigde na 10 ronden als gevolg van een confrontatie met de Falcon van Bijleveld: Amerikaans plaatwerk is steviger dan Brits. Bijleveld was in gevecht om de vierde plaats met Boodie en Perry. Aanvankelijk had Boodie de plek in handen, maar hij reed zichtbaar op de grens en het was dan ook een kwestie van rijd voordat hij spinde in de Haarbocht. Daarna was Bijleveld weer vierde maar uiteindelijk was het Perry die aan het kortste eind trok. Bijleveld wist nog de vijfde plek te behouden, voor Sinke en Onno Vlaanderen die hoger had kunnen eindigen als hij niet een spectaculaire schuiver zou hebben gemaakt. Westerveld, Boodie en Frits Campagne maakten de top-10 vol.
Zo was het Georg Stummeyer die zijn tweede dominante overwinning pakte, een beetje saai misschien maar iedereen gunde het hem van harte na de vele pech die hij de voorgaande races heeft gehad

Spa Summer Classic

(voor Nederlands even naar beneden scrollen)

The dutch championship for pre-’65 Touring Cars and GT’s made its annual pilgrimage to Spa-Francorchamps at the Spa Summer Classic. The first race was won by local expert Antoine van Riet in his Lotus Elan after polesitter Graham Wilson, also in an Elan, caused chaos by spinning at La Source hairpin. This eliminated Stummeyer’s Ford GT40 and delayed numerous others. Second place qualifier Michiel Campagne had to run wide and didn’t feature in the race, having chosen and old set of tires for his Corvette Grand Sport. Rob Bergmans came from 11th at the start to lead initially, but the treacherous conditions did not favour the heavy Iso Rivolta. Van Riet thus took the lead, although he was challenged all the way by former stockcar racer Antony an den Oetelaar in an E-type Jaguar. The Porsche 911s went well in the rain, Jochem Gratama finishing third, as did the Mini’s, with Roger Ebdon winning the touring car class and coming a giant-killing 11th overall in the 54-car field.

Sunday’s race was dry. It started without polesitter van Riet, a driveshaft of his Lotus having broken in an earlier race. Bergmans again took off in the lead. This time he was challenged by Andy Wolfe, in Wilson’s Lotus Elan. Wolfe was extremely quick before retiring on lap 5 with an oil leak. Bergmans retook the lead, but he had to relinquish it on the final lap, giving the win to Armand Adriaans in a Shelby AC Cobra. V8 power ruled, Han in ’t Veld coming third in his TVR Griffith, while Dirk Janssen moved up to 5th from 26th in Campagne’s thundering Corvette Grand Sport. Steve Perry won the saloon car class with a Ford Falcon.

Regen en zonneschijn op Spa-Francorchamps

Het 7 kilometer lange circuit van Spa-Francorchamps vormde het strijdtoneel voor de derde en vierde ronde om het Delta Lloyd Xclusief Nederlands Kampioenschap voor historische toerwagens en GT’s. Er is altijd veel belangstelling voor de race op Spa, de inschrijflijst telde een kleine 60 namen. Dat worden er in de praktijk altijd een paar minder, zo arriveerde Dennis Bron zonder auto vanwege een kapot motorblok in zijn MGA.
De kwalificatie werd gedomineerd door de Brit Andy Wolfe, die door Graham Wilson was aangezocht als tweede rijder op zijn Lotus Elan. Wolfe was met met 2:58,8 een tiende seconde sneller dan Michiel Campagne, die de Corvette Grand Sport dit weekend deelde met Dirk Janssen. Georg Stummeyer volgde op een halve seconde met een niet helemaal vlekkeloos lopende GT40. Alexander Schlüchter was vierde met zijn Lotus Elan, voor Antony van de Oetelaar/Onno Vlaanderen met de E-type. Daarachter volgde lokale man Christophe van Riet met opnieuw een Elan. De top-10 werd volgemaakt door een rijtje V8’s, te beginnen met de Corvette van Max Boodie, dan de Shelby AC Cobra van Armand Adriaans en de Ford Falcon van Norbert Gross/Steve Perry, op 1/10e gevolgd door die van Martin Bijleveld/Jaap van de Ende. Dat had anders kunnen zijn als Bijleveld niet halverwege de sessie zou zijn stilgevallen. Hij kreeg de auto wel weer aan de praat, maar kon niet meer wegkomen uit het natte gras. Andere pechvogels waren Karen Campagne, die in Les Combes strandde met een kapotte shifter van de Ford Mustang en Jochem Kentgens die koelwater problemen had met zijn Morgan +4. Het spectaculairste moment van de kwalificatie kwam op het conto van Ad Vermeulen, die spinde bij het opgaan van de Raidillon en bijna werd ge-T-boned door een Mustang.

Race 1: bandenkeuze en lokale kennis cruciaal

Waar het op donderdag en vrijdag in de middag opklaarde, bleef het op zaterdag nat. Ruim voor half 5 ging de pitlane open en reed iedereen naar de start. Norbert Gross en Norman Davidson Kelly (Jaguar E-type) waren iets later dan de rest. De officials kenden geen genade, ze moesten uit de pits starten. Tijdens de opwarmronde hadden Martin Bijleveld (Ford Falcon) en Leo Landman (Ford Cortina) moeite om weg te komen. De startvolgorde voor de rollende start werd zodoende flink door elkaar gehusseld. De wedstrijdleiding stoorde zich hier echter niet aan en zette het licht gewoon op groen.

Graham Wilson mocht vertrekken van de eerste plek, maar spinde door zijn onervarenheid in La Source. Chaos was het gevolg. Stummeyer en Schlüchter konden elkaar niet ontwijken en de GT40 toucheerde de blauwe Elan. Daarachter was het dringen. Michiel Campagne en Antony van den Oetelaar wisten de drukte te ontwijken door wijd te gaan bij het uitkomen van de bocht, maar dat kostte wel het nodige terrein. Rob Bergmans manoeuvreerde het slimste en stuurde zodoende zijn Iso Rivolta als eerste tegen de Raidillon omhoog, gevolgd door Van Riet, Adriaans, Boodie en Roland Zoomers die met de E-type ook flink wat plaatsen gepakt had. Stummeyer strompelde intussen de pits in met terminale schade aan de GT40 en ook Martin Bijleveld meldde zich daar.

Bij de eerste doorkomst had de Belg Antoine van Riet de leiding plaats van Bergmans overgenomen. Han in ’t Veld reed met de TVR Griffith een ijzersterke eerste ronde, hij haalde vijf concurrenten in en kwam als 5e door. Graham Wilson vocht zich terug, hij kwam naast de Healey van Meijer/Jansen door Eau Rouge , maar spinde even verderop opnieuw. Daarmee verkeerde hij in goed gezelschap, want bijna iedereen spinde op de verraderlijke gladde baan wel een keer en velen aanzienlijk vaker.
Michiel Campagne kende een moeilijke race, hij had oude banden onder de Corvette Grand Sport laten zetten. Die genereerden nauwelijks grip en dus moest hij heel voorzichtig rijden. Aan het einde van de eerste ronde werd hij bij het aanremmen van de chicane links en rechts gepasseerd, aan de ene kant kwam Patrick Koel voorbij met de Porsche 911, aan de andere kant de Healey van Meijer/Jansen. Jochem Kentgens zat intussen alweer in de problemen, grote stoomwolken stroomden onder de motorkap van de Morgan vandaan.
In de regen waren de Porsche rijders in hun element, Theo van Gammeren leidde de dans na een mooie inhaalmanoeuvre op Jochem Gratama. Ook de Mini’s gingen als een speer, voorwielaandrijving en verse banden deden hun werk. Rob Rappange passeerde Bert du Toy van Hees (Lotus Elan) bij het opgaan van de steile helling alsof hij stilstond en Roger Ebdon reed daar zelfs nog voor, net buiten de top-10. Van den Oetelaar zette intussen snelle tijden op de klok, hij hengelde Bergmans langzaam maar zeker binnen en ging er in ronde 4 voorbij.
Ook in de minder snelle helft van het veld waren er mooie acties te zien. Rhea Sautter (Jaguar E-type) werd achtervolgd door Gerrit Jan van Leenen (Lotus Cortina) Peter Späth (Triumph TR4) en Norman Kelly Davidson (E-type), terwijl ook Christoff Forell (Triumph TR4), Ad Vermeulen en Matthijs de Heus (MGB) in in close company streden.
Lotus Elan rijders Wilson, Schlüchter en Jos Stevens knokten met elkaar en met Joep Westerveld in de Marcos, maar de volgorde wijzigde steeds als er weer iemand spinde en een aantal plaatsen terugviel. Michiel Campagne zat intussen in een treintje met broer Frits (Ford Falcon), Sjoerd Peereboom (MGB) en Nico Zonneveld (Morgan +4) die hem één voor één en voorbij gingen. Ook debutant Jac Meeuwissen reed hiertussen met zijn Austin Healey. Niet bepaald de gemakkelijkste vuurdoop gezien de verraderlijke omstandigheden, maar hij bracht het er goed vanaf.
Van Riet liet intussen zien dat hij de grenzen van de grip van zijn Lotus goed kende, elke ronde ging hij gecontroleerd driftend de Raidillon op. Toch was van den Oetelaar sneller, hij reed naar de Belg toe en nam in de zevende ronde voor de oude pits zelfs de leiding over.
Ondanks de vele spins en uitstapjes in de grindbak bleef de het aantal uitvallers beperkt. Max Boodie kraakte weliswaar de achterkant van zijn Corvette, maar ook hij kon zijn race vervolgen. Alleen Cees Vis strandde met een kapotte koppeling van de Ford Cortina GT en dat was jammer voor hem, want in de drie rondjes die hij reed, zette hij met afstand de snelste ronde in de CT08 klasse.

In de eindfase van de wedstrijd waren Jochem Gratama en Norbert Gross snel onderweg. Gratama ontworstelde zich aan Van Gammeren en ging ook Bergmans voorbij. Gross was begonnen op plaats 50 en reed na zes ronden de top-20 binnen en Frits Campagne voorbij, goed voor de eerste plaats in de CT10 klasse. Van den Oetelaar werd intussen geschaduwd door Van Riet, die zijn lokale kennis benutte en met de finishvlag in zicht in de chicane een beslissende uitremactie pleegde. Gratama was derde, maar Bergmans wist de andere 911’s van Theo van Gammeren en Patrick Koel wel achter zich te houden.
Roger Ebdon was de snelste bij de toerwagens op plaats 11, voor Rob Rappange en Frans van Maarschalkerwaart in zijn BMW 1800. Daarna volgden Gross en Frits Campagne, terwijl Jasper Izaks met zijn Fiat Abarth de zesde “tin top” en 25e overall was.

Race 2: Bergmans weer nèt niet

Op zondag was het droog en zonnig. Dat was goed nieuws voor Dennis Bron, want hij mocht de dikke Ford Mustang van Karen Campagne lenen, en natuurlijk ook voor alle andere V8-coureurs. Slecht nieuws was er daarentegen voor Antoine van Riet: zijn aandrijfas brak in een andere race en hij moest zich afmelden.
Rob Bergmans liet opnieuw zien dat hij snapt hoe je rollend moet starten, weer was hij als eerste weg. Voor Onno Vlaanderen was het nog even wennen aan de E-type, maar hij sloot toch aan op plek twee. Hans de Back reed nu in de witte Porsche en beklom als derde de Raidillon, voor Adriaans, van Gammeren en Koel. Bergmans maakte goed gebruik van de voorzichtig startende concurrentie en bouwde in de openingsronde een voorsprong van bijna 6 seconden op. Maar er was nog iemand snel onderweg, de Brit Andy Wolfe wilde laten zien dat de Lotus Elan die hij voor Graham Wilson gebouwd had een winnaar was. Gestart vanaf plaats 19 lag hij na één ronde al derde en hij nam aan het eind van ronde twee de kop over. Het feestje duurde echter niet lang, want de Lotus rookte behoorlijk. Liever dan de motor te beschadigen parkeerde Wolfe de auto na vijf ronden in de pits. Ook Jochem Kentgens’ Morgan produceerde weer rook, of beter gezegd waterdamp. Hij parkeerde bij zijn vaste baanpost, waarvan hij de bemanning inmiddels tot zijn intieme vrienden kan rekenen. Een andere uitvaller was Klaas Span, die het strijdtoneel voortijdig verliet met een zieke Mini.
Nu van Riet ontbrak was het aan Guy Fawe, een andere snelle Belg met een Lotus Elan, om de nationale eer hoog te houden. Fawe had zijn zinnen op een podiumplaats gezet en lag kortstondig vierde, maar helaas liet ook bij hem de Lotus-techniek het afweten.
Ook deze keer waren er volop gevechten, de krachtige auto’s knokten zich naar voren, terwijl degenen die in de regen goed hadden gepresteerd uit alle macht probeerden om voor te blijven. Zo zagen we Joep Westerveld met de Marcos die de hete adem van Pieter Boel (Iso A3C) en Max Boodie in zijn nek voelde.

Bergmans reed nu dus weer vooraan met de grote Iso Rivolta, met op enige afstand Adriaans in de lichtere AC Cobra. Daarachter volgden In ’t Veld en Schlüchter, terwijl Vlaanderen wat terrein had moeten prijsgeven. Steve Perry reed onbedaarlijk hard met de Ford Falcon en wist zelfs Schlüchter enige tijd voor te blijven, na een foutje van de Duitser. Jos Stevens deed het omgekeerde: hij remde zijn Lotus Elan in de chicane voorbij de Ford Falcon van Frits Campagne. Verderop zagen we gastrijders Norman Davidson (E-type) Kelly en Jørn Rasmussen (MGB) opgejaagd worden door de Cortina van Cees Vis en de MGB van Egbert Kolvoort. Henk en Jasper Izaks kwamen op het droge pk’s te kort en maakten er daarom een onderling feestje van. De Abarthjes waren constant aan het stuivertje wisselen, totdat Jasper’s motor er mee ophield.
Alexander Schlüchter remde Han in ’t Veld uit in de chicane, maar zijn vreugde was van korte duur, want de TVR-piloot pakte de plek onmiddellijk weer terug. Naarmate de race vorderde nam bij velen het zelfvertrouwen toe en gingen de rondetijden omlaag. Dirk Janssen ging steeds harder in de Corvette Grand Sport en liet zelfs een bescheiden powerslide zien in de Raidillon, maar de race was te kort voor hem, zijn opmars vanaf positie 15 strandde net buiten het podium. Rappange maakte korte metten met collega-Mini-rijder Tim Watson en ook hem zagen we mooi driftend de helling opgaan.

Bergmans zag ondertussen Adriaans en In ’t Veld steeds dichterbij komen en in de laatste ronde kwam het onvermijdelijke moment dat de AC Cobra voorbij ging aan de Iso Rivolta. In ’t Veld kwam op de streep 4/10e tekort, maar kon toch tevreden zijn met de derde podiumplaats. Perry lag geruime tijd vierde, maar viel aan het eind nog twee plaatsen terug achter Janssen en Schlüchter. Daarna volgden Onno Vlaanderen en Bert du Toy van Hees. GTS11 werd gewonnen door Hans de Back, voor Joep Westerveld en Patrick Koel. Edwin Dijkman was de snelste van de maar liefst 5 MGB’s in deze goed bezette klasse.
Bij de toerwagens won Perry, op enige afstand gevolgd door Frits Campagne. De derde plaats en de winst in CT08 was voor Leo Landman die zijn Lotus Cortina nipt voorbij de BMW van Van Maarschalkerwaart en de Mini van Rappange stuurde. Hij was gestart op plaats 48 en had dus 26 plaatsen goedgemaakt. Dat was echter nog niet de sterkste inhaalrace, want die was van Georg Nolte: onopvallend maar strak sturend reed hij zijn Jaguar E-type van plaats 51 naar 16.
Voor Rob Bergmans was er uiteindelijk toch een overwinningsbeker, want in het gecombineerde klassement van de beide races stond hij wel degelijk bovenaan, voor het duo Van den Oetelaar/Vlaanderen.

NKHTGT visits Brands Hatch

(voor Nederlands even naar beneden scrollen)

The Dutch pre-’65 championship made a guest appearance at the Masters Historic Festival at Brands. Michiel Campagne was the fastest man on the GP circuit, winning the first race in his Chevrolet Corvette. After 25 minutes of racing he was less than a second ahead of Alexander Schlüchter in a Lotus Elan. Armand Adriaans conquered third in his Shelby Mustang after passing the big Ford Falcons. Jaap van de Ende initially held third place in the orange Falcon, but had a spectacular off in the Paddock Hill Bend gravel trap. When the dust had settled it was Norbert Gross who led the big saloons. Van de Ende held on to second in class, ahead of Max Boodie in a Ford Mustang. Leo Landman won CT08 in his Lotus Cortina en René de Vries dominated the small class in his Mini Cooper, ahead of Jasper Izaks´ Fiat Abarth 1000.
Monday´s races were held on the short “Indy”circuit, with separate heats for the Touring Cars and the GT´s. The saloons went first on a damp track and again the fight was between the two Falcons, Martin Bijlevled now at the wheel of the orange example. Bijleveld had the best start, but Gross´car the better roadholding. Gross wasn´t fazed by Bijleveld´s intimidating tactics and duly took the lead. Bijleveld tried hard to keep up, too hard as it turned out, the orange Falcon again visiting the Paddock Hill gravel, beached this time. In CT07 René de Vries had a bad start, giving the advantage to Roger Ebdon. However De Vries charged hard and managed to grab the win.
The GT battle was even more exciting. Like the day before it was between Michiel Campagne, Alexander Schlüchter and Armand Adriaans. Adriaans took the lead and for 26 laps was harried alternatively by Campagne and Schlüchter, all the while managing to keep the door closed. At one point they came through Graham Hill Bend three abreast, but even then Adriaans kept the advantage. Schlüchter was docked 35 seconds for disrepecting track limits, not quite deserved as things got very crowded with the Mustang, Corvette and Elan contesting the same piece of tarmac. NKHTGT @ Brands Hatch: de thuisblijvers kregen ongelijk
Voor het eerst in de geschiedenis van het kampioenschap stak het NK HTGT het kanaal over. Brands Hatch, 20 mijl ten zuidoosten van Londen, werd in 1949 een verhard circuit en hield in 1964 zijn eerste Formule 1 Grand Prix. Dat is dit jaar 50 jaar geleden en dat was aanleiding voor een feestelijk historisch raceweekend, natuurlijk met oude Formule 1 wagens. Maar ook prachtige Masters-races en het NK HTGT waren onderdeel van het feestje. Het NK reed zowel een race op het lange (Grand Prix) als op het korte (Indy) circuit. Brands is niet zoals de meeste Britse circuits aangelegd op een oud, vlak vliegveld, maar ligt in de heuvels en kent zodoende veel hoogteverschillen. Als toeschouwer is het een feest om de races te volgen, want je kunt een groot deel van het korte circuit overzien, waar je ook staat. Als rijder word je geconfronteerd met blinde bochten zoals Paddock Hill Bend, de combinatie Pilgrims Drop/Hawthorns en de Westfield-Dingle Dell.
Op vrijdag werd er opgebouwd in de paddock en konden we kennis maken met de twee gastrijders voor dit weekend. Thomas Muhs liet zijn vers gebouwde MGB met de bijnaam “El Tiburon 3” door MG Motorsport op het circuit afleveren! De andere gast was Alan Collett met een Iso Rivolta. Rob Bergmans was er ook, dus dat leverde het zeldzame schouwspel van twee van deze Italo-Amerikaanse raspaarden op. De Britse rijders Roger Ebdon, Richard Evans en John Faux beweerden allemaal in geen jaren op Brands te hebben gereden, maar of dat nou waar was…? Alleen René de Vries gaf openlijk toe op het korte baantje te hebben gereden.
Voor de eerste race was het oude Grand Prix Circuit van 2,4 mijl lang aan de beurt. Een verkenningsrondje te voet had ons al duidelijk gemaakt dat dit deel van de baan niet zo vaak meer gebruikt wordt: lage vangrails, geen vanghekken, her en der zelfs een boom met een strobaal ervoor, just like the good old days. Nadat we enkele keren getrakteerd waren op een flinke bui, werd het zonnig. Kort voor de kwalificatie begon het er weer dreigend uit te zien, maar het bleef gelukkig droog. Alexander Schlüchter was zeer gemotiveerd en ging als eerste de baan op. Hij ging er gelijk vol tegenaan met zijn Lotus Elan. Anderen begonnen aanzienlijk rustiger om eerst maar eens te kijken hoe het parcours nou loopt. Schlüchter was vrijwel de gehele kwalificatie de snelste man. Michiel Campagne leek wat problemen met de benzinetoevoer van de Corvette Stingray te hebben, maar zette toch nog de derde tijd achter Norbert Gross in de Falcon. Armand Adriaans was vierde in de Shelby Mustang, voor Martin Bijleveld Ende (Ford Falcon) en Rob Bergmans. John Faux in de Marcos 1800, Jos Stevens in de Lotus Elan, Alan Collett en Bart-Jan Deenik in de Ford Falcon maakten de top-10 vol. Op de elfde plaats volgde René de Vries in de Mini Cooper, nog voor Leo Landman met de Lotus Cortina die toch ook niet bepaald langzaam onderweg was.
Race 1: Grand Prix Circuit
Op zondag was het NK pas om half zes aan de beurt, maar dat was geen straf, want er was op de baan van alles te zien. De tribunes waren vol en ook rondom de baan waren er volop toeschouwers, want veel fans wilden het oude GP circuit graag weer eens zien. Helaas waren we Alan Collett alweer kwijt, zijn V8 had in de kwalificatie al niet erg gezond geklonken en wilde niet op meer dan 6 poten lopen. Het was droog en dus werd er staand gestart. Schlüchter dook als eerste Paddock Hill Bend in, gevolgd door Campagne en Bijleveld. De linker startrij had het minder goed gedaan want daarna volgden pas Bergmans, Gross en Adriaans. René de Vries had een slechte start, het was Roger Ebdon die de kleine klasse aanvoerde en die streed met Leo Landman.
Bij het ingaan van de tweede ronde drong Campagne aan bij Schlüchter, maar die wist het gat dicht te houden. Bijleveld maakte zich zoals gebruikelijk breed en hield een heel treintje achter zich, in de volgorde Bergmans-Gross-Adriaans. Daarachter volgden Deenik en Faux die met de Marcos de Porsches op achterstand reed. Max Boodie, die de Ford Mustang van Karen Campagne heeft overgenomen, stuurde fraai binnendoor bij Roland Zoomers met de E-type. Jos Stevens had een slechte start in zijn Lotus Elan en moest de leiding in de klasse afstaan aan Thomas Kargus. Achterin het veld werd er gestreden door Gerrit Jan van Leenen (Lotus Cortina), Klaas Span (Morris Cooper) en Thomas Muhs. Daarachter reed nog Helmut Angleitner die maar vier werkende cilinders leek te hebben in zijn ondersturende Ford Mustang, terwijl Alexandra Auer’s Kikkeroog helemaal niet wilde en ze dus maar eens stopte bij Nico van Velzen om te kijken of hij een oplossing wist.
In de derde ronde moest Schlüchter toezien hoe de Corvette voorbijkwam. Michiel Campagne was snel bij het uitkomen van de Druids Hairpin, had meer snelheid door Graham Hill Bend en stak er voorbij op Cooper Straight. Bijleveld was nog steeds derde, inmiddels op 8 seconden, met Bergmans, Gross, Adriaans en Deenik erachter in een V8 stampede. Landman lag nipt voor Ebdon, die trapte voor wat hij waard was in de wetenschap dat René de Vries eerst 5 man voorbij moest zien te komen. Hij werd gevolgd door Kargus, Theo van Gammeren (Porsche 911), Jos Stevens, Erwin van Lieshout (Porsche 911) en de oprukkende De Vries. Rhea Sautter was al het hele weekend snel onderweg met haar Jaguar, ze had tips gekregen van Chevron B8-racer Andy Newall en streed een mooie strijd met Frans van Maarschalkerwaart in de Shelby Mustang. Na diverse ronden proberen was Bert Mets Mini-collega Frank Romo gepasseerd en Klaas Span was Muhs en Van Leenen voorbij gegaan.
Campagne wist Schlüchter maar moeilijk af te schudden, zodra de Corvette één van zijn vele dwarse momentjes had, kwam de kleine Lotus weer dichterbij. Adriaans was ondertussen klaar voor een aanval op Gross en Landman was los van zijn achtervolgers en focuste zich op de E-type van Zoomers. Ebdon werd geschaduwd door de strijdende Lotus Elans van Kargus en Stevens, de Porsches van Van Gammeren en Van Lieshout en natuurlijk de Mini van de Vries.
Na vijf ronden had Campagne een gaatje van twee seconden en was Bergmans nog steeds niet langs Bijleveld, maar Adriaans wel voorbij Gross. Jos Stevens was Kargus gepasseerd maar moest vervolgens opgeven met een olielek, terwijl Bob Stevens zijn Triumph TR4 parkeerde met een waterlek. Theo van Gammeren maakte en slippertje en viel vijf plaatsen terug. Nu was het de beurt aan Bergmans om een foutje te maken, waardoor Adriaans vrij baan kreeg naar de oranje Falcon van Bijleveld. John Faux zat in de mangel tussen de Ford’s van Deenik en Boodie, terwijl Ebdon nu Kargus, van Lieshout, De Vries, Van Maarschalkerwaart, Sautter en Van Gammeren achter zich aan had. Jasper Izaks in de Fiat Abarth had bijna aansluiting bij deze trein, tot een uitstapje bij Surtees hem weer terugwierp. Even later zagen we ook Frans van Maarschalkerwaart hier wijd gaan, waarvan Rhea Sautter profiteerde. Eén ronde later lag Ebdon zwaar onder vuur van de Vries, maar de gang was eruit en hij moest niet veel later opgeven.
Adriaans begon nu aan te dringen bij Bijleveld en met succes, want de Falcon verliet kortstondig het asfalt en de Shelby kon erlangs. Even later maakte Bijleveld een serieuzere uitstap in Paddock Hill Bend en nadat het stof was opgetrokken bleek ook Gross ervoorbij te zijn. Schlüchter zette nog een slotoffensief in, maar het was Campagne die de race won met 0,9 seconden voorsprong. Adriaans was derde, Gross vierde, Bijleveld vijfde en Bergmans zesde. John Faux was dominant in GTS11 met de Marcos 1800 en had bovendien Boodie en Deenik achter zich gelaten, terwijl Zoomers de top-10 volmaakte. Leo Landman won met grote overmacht CT08, zelfs nog voor GTS10 winnaar Kargus. René de Vries won de kleine toerwagenklasse, voor Jasper Izaks en Bert Mets. Theo van Gammeren werd toch nog tweede in GTS11, nadat Erwin van Lieshout achterop het circuit drie keer in de rondte was gegaan.
Race 2: Indy Circuit
Kan een race met slechts 14 historische toerwagens spannend zijn? Jazeker, wel als het circuit Brands Hatch heet en slechts 1,2 mijl lang is. De kwalificatie vindt plaats op een nog enigszins vochtige baan en het is Max Boodie die als eerste het asfalt opgaat om maar zoveel mogelijk rondjes te rijden. In plaats van na Surtees linksaf te gaan naar Pilgrims Drop, is het nu rechtsaf door McLaren, overgaand in Clearways en Clark Curve. Die twee bochten zijn weliswaar dezelfde als de dagen ervoor, maar door de andere manier van aansnijden toch ook heel anders, zo merkt Max als hij ineens dwars staat in Clark’s. Frank Romo gooit zijn Mini in een spin om de Mustang te ontwijken. De enige manier om de grens te vinden is eroverheen te gaan, zo lijkt het adagium, want even later gaat Romo weer achterstevoren. Ron Verzijlbergen weet zijn zwabberende Abarthje nog onder controle te krijgen en René de Vries kiest voor een potje rallycross. Als de klok stopt, blijkt Norbert Gross het snelste te zijn geweest, voor Jaap van de Ende, een all-Falcon front row dus. Rij twee wordt gevuld door de Mini’s van De Vries en Ebdon. Rij drie is weer V8 powered met Deenik en Boodie en rij vier is voor Leo Landman en Timo Span.
Tijdens de vooropstelling begint het te druppelen, maar de regen zet niet door. Van de Ende heeft een geweldige start en gaat als eerste Paddock Hill Bend in, voor Gross, Boodie, Deenik, Ebdon en Landman. De Vries start weer slecht en valt terug naar plaats 9. Achteraan heeft Gerrit Jan van Leenen een goede start en verschalkt Frank Romo en Bert Mets.
Terwijl Gross aansluit bij Van de Ende, is Deenik voorbij de Mustang van Boodie gegaan, zodat we nu drie Falcons voorop hebben. Ebdon is Landman voorbij, maar De Vries is volop in de achtervolging, hij is Ron Verzijlbergen en Wolfgang Schachinger in de Mustang gepasseerd, een truc die Timo Span even later herhaalt. De rijders gooien hun auto’s steeds sneller door de combinatie Surtees – McLaren, met name de Mini’s kunnen daar erg hard doorheen. Na vijf ronden zit Gross op de bumper van de oranje Falcon en is goed te zien dat de Duitser zijn wegligging beter voor elkaar heeft. Zo’n slagschip passeren is echter een ander verhaal. Achterin zien we een soortgelijk beeld: Bert Mets en Frank Romo wisselen elkaar af bij het aanvallen van de Lotus Cortina, maar Van Leenen houdt de deur vakkundig dicht.
Ronde zeven en Boodie moet zijn aanvallen op Deenik staken en de pits opzoeken. Bert Mets heeft de ronde ervoor al even gekeken en steekt zijn Mini aan de binnenkant van Paddock Hill Bend voorbij Van Leenen’s Lotus Cortina . De ronde erop is het Gross die op start-finish nog slechts 0,06 seconde achter Van de Ende ligt en hem in Paddock Hill Bend buitenom voorbijgaat. Hij slaat al snel een gaatje en de aandacht verplaatst zich nu naar de strijd om de vierde plaats, tussen Ebdon, Landman en De Vries. Ebdon is de langzaamste van de drie, maar hij rijdt wel voorop. Eerst probeert Landman er voorbij te komen, maar tevergeefs. Daarna valt De Vries aan, maar dat lukt ook niet. Uiteindelijk weet Landman zijn Lotus Cortina naast Ebdon’s Mini te positioneren en vervolgens gebruik te maken van zijn extra pk’s om erlangs te gaan. Het lukt De Vries niet om mee te gaan, maar enkele ronden later zetten ze Romo op een ronde en maakt hij handig gebruik van de situatie om Ebdon binnendoor te passeren. De Vries loopt vervolgens weg van Ebdon, terwijl Romo probeert aan te pikken en zo naar Alex Korle (Lotus Cortina) toe rijdt. Hij kijkt een paar keer in Graham Hill Bend, maar steeds speert de Lotus weer weg op Cooper Straight.
Vooraan loopt Gross langzaam weg van Van de Ende, terwijl Deenik op zijn beurt iets moet lossen en Leo Landman dichterbij ziet komen. Jaap van de Ende doet nog een laatste poging om Gross bij te halen en zet een tijd van 57,9, maar komt vervolgens te snel Paddock Hill Bend in en schuift achteruit de grindbak in, waar hij vast komt te staan. Gross’ overwinning is daarmee veilig gesteld en het trio Deenik – Landman – De Vries strijdt ineens om de tweede plaats. Landman doet nog een ultieme poging en zet de neus van de Cortina aan de binnenkant naast de Falcon, maar de V8 accelereert sneller naar de finishlijn. Norbert Gross wordt dus eerste, Bart-Jan Deenik tweede en Leo Landman mag de derde podiumplek beklimmen. René de Vries wint opnieuw de kleine klasse voor Roger Ebdon.
Race 3: Indy Circuit
De GT’s trainen kort na de toerwagens en opnieuw is Alexander Schlüchter zeer gemotiveerd om een snelle tijd te zetten. Deze keer volgt hij Richard Evans, die op het korte baantje zelf de Marcos 1800 bestuurt. De eerste die een uitstapje maakt bij het verkennen van de nieuwe bochtencombinatie is Edwin Dijkman met de MGB. Theo van Gammeren gaat achterstevoren met de Porsche en Rob Bergmans dendert spectaculair door de grindbak van Paddock Hill Bend. Voor Evans loopt het allemaal slecht af, hij verremt zich als hij Michiel Campagne buitenom wil passeren in Druids en raakt de vangrail. Het gevolg is een kromme Marcos die niet meer te repareren is, zodat Richard niets anders rest dan op te laden en alle deelnemers een fles cider te overhandigen, een cadeautje dat hij bij de vorige race beloofd heeft. Schlüchter zet uiteindelijk een tijd van 57,002 op de klokken, maar liefst 8/10e sneller dan tweede man Armand Adriaans. Evans is derde snelste geweest, maar die plek zal dus leeg blijven. Daarna volgt Bergmans, terwijl Michiel Campagne niet verder komt dan de vijfde tijd. De Top-10 wordt volgemaakt door Jos Stevens, Theo van Gammeren, Thomas Kargus, Bert du Toy van Hees in de Lotus Elite en Rhea Sautter.
Schlüchter wil graag winnen en komt in de opwarmronde even in het gras terecht als hij op Cooper Straight wat al te fanatiek zijn Dunlops probeert op te warmen. De Track Limits waren een punt geweest tijdens de briefing, compleet met een schriftelijke uitleg en een hele lijst van Judges of Fact en de man ter plaatse gaat er eens goed voor zitten en scherpt de punt van zijn potlood.
Het is Armand Adriaans die als eerste Paddock Hill Bend in duikt met Schlüchter, Bergmans en Campagne in zijn kielzog . Theo van Gammeren ligt vijfde en Bert du Toy van Hees is de Lotus Elans van Jos Stevens en Thomas Kargus voorbijgegaan met zijn kleine Elite en heeft de zesde plaats.
Bij de eerste doorkomst is de volgorde Adriaans – Schlüchter –Campagne en begint een duel dat de gehele race zal duren. De Shelby Mustang van Adriaans heeft de pk’s waar het telt, op Brabham Straight waar de finishlijn ligt. Campagne’s Corvette is het snelste op het stuk Druids-Graham Hill-Cooper Straight en Schlüchter’s Lotus Elan kan de hoogste bochtsnelheden halen, mits hij de ruimte heeft om een goede lijn te rijden. Dat zijn de ingrediënten voor een bloedstollende race waarbij deze drie voortdurend om hetzelfde stukje asfalt knokken.
In de achtste ronde weet Campagne bij het uitkomen van de haarspeldbocht voorbij Schlüchter te komen. Die haakt meteen weer aan en de ronde erna komen de heren drie dik naar beneden door Graham Hill Bend. Adriaans gaat volledig dwars, Campagne moet uitwijken op het gras en Schlüchter trekt aan het kortste eind en spint.
Verderop in het veld is er ook volop actie. Van Gammeren en Du Toy van Hees kunnen hun snelle starts niet consolideren en moeten de Elans van Stevens en Kargus voorbijlaten, even later gevolgd door Frans van Maarschalkerwaart in de Shelby, die eerst al heeft afgerekend met Roland Zoomers’ E-type. Ook Zoomers weet de blauwe Porsche te passeren, maar helaas houdt de Jaguar het maar 14 rondjes vol, genoeg op de meeste circuits, maar niet hier. Bert du Toy van Hees is nu in gevecht met Rhea Sautter en Erwin van Lieshout. Edwin Dijkman haalt met een mooie actie Bob Stevens binnendoor in. Rob Bergmans heeft de derde plaats in de schoot geworpen gekregen, maar Schlüchter is nu echt ontketend en begint 56-ers te rijden. Al snel heeft hij de derde plaats weer terug veroverd en loopt de 15 seconden die de spin hem gekost heeft hij weer in. Het probleem blijft echter hetzelfde: een smalle baan en twee brede Amerikanen met overvloedige pk’s. Armand Adriaans rijdt een perfecte verdedigende race. Zijn voorsprong is nooit groter dan een seconde, zijn snelste raceronde langzamer dan die van de nummer twee en drie, hij wordt voortdurend zwaar onder druk gezet, maar laat zich niet van de wijs brengen en pakt de winst. Schlüchter weet in de één-na -laatste ronde met een ultiem late remactie in Surtees binnendoor te glippen bij de Corvette. Hij komt nog heel dichtbij maar redt het net niet, Adriaans houdt de binnenkant goed dicht. Toch is het Campagne die op 0,4 seconde als tweede geklasseerd wordt. De man met het potlood is namelijk druk doende geweest, en Schlüchter krijgt een tijdstraf van 35 seconden voor het herhaaldelijk buiten de baan rijden. Dat is toch wel een beetje zuur en niet verdiend, want hij was absoluut de smaakmaker en ook nog eens de snelste man van de race. Bovendien had hij weinig keus, met een Shelby en een Corvette die steeds de doorgang voor hem blokkeerden. Bergmans wordt als derde geklasseerd, voor Jos Stevens die daarmee de winst in GTS10 pakt, op 3 seconden gevolgd door Thomas Kargus. Schlüchter wordt nog als zesde geklasseerd, voor Frans van Maarschalkerwaart . GTS11 wordt gewonnen door Theo van Gammeren.
Al met al liet het NK HTGT een mooi visitekaartje achter met terrific close-quarters racing, zoals het Britse blad Autosport schreef. Volgend jaar weer, daar was iedereen het over eens, en dan met een nog groter startveld, want de thuisblijvers hebben iets gemist!

David Hart draws first blood in opening race

(voor Nederlands even naar beneden scrollen)

The 38th Historic Zandvoort Trophy kicked off the 2014 series for the competitors in the Dutch Championship for historic touring cars and GT’s. A healthy 40 cars on the grid bodes well for the oncoming season. David Hart was fastest on the track during the entire weekend in his AC Cobra, but only managed to win one out of two races.
On saturday afternoon Hart resolutely took the lead at the wheel of his roaring V8 powered snake. Roman Caresani tried to hang on in the sleek Porsche 904, but had to relinquish several seconds per lap. Next up was Alexander Schlüchter in the Lotus who was also just unable to stay in touch. A race-long battle went on for fourth place between Martin Bijleveld, Norbert Gross, Armand Adriaans and Jos Stevens. Adriaans finally took fourth in his Shelby Mustang, helped by the furious battle between Bijleveld and Gross in their Ford Falcons. Jos Stevens’ tiny Lotus Elan was nearly crushed between the big Fords, but he managed to get ahead of them both. Bijleveld finally won the big touring car class, not entirely without battle scars though. In GTS11, Richard Evans beat the Porsches in his Marcos 1800, while Bert du Toy van Hees (Lotus Elite) was victorious in the small GT class. In touring cars, Leo Landman (Lotus Cortina) won CT08 while René de Vries (Mini Cooper S) conquered the small class.
Sunday’s race started out a reprise of the previous one, until Hart received a flag signal for excessive noise. He slowed down a bit, but didn’t pull into the pits. This left the clerk of the course no other option than to black flag him. Caresani was thus handed the win, ahead of a hard charging Schlüchter, who was 7 seconds behind at the finish. Old hand Hans Hugenholtz had been forced to sit out the first race due to a technical infringement on his Shelby Mustang that couldn’t be corrected in time. He had his revenge on sunday, charging into third place from the back of the grid on the circuit designed by his late father. Next up were Adriaans and Stevens, while Norbert Gross was best of the Falcons on this occasion. Theo van Gammeren was victorious in GTS11 in his Porsche 911, after Evans had damaged his Marcos in a collision. Landman and Du Toy van Hees won their classes again, but the battle of the Mini’s fell to Roger Ebdon this time. Volle bak bij openingsraces NK HTGT
De Historische Zandvoort Trofee opende het seizoen van het Nederlands kampioenschap voor historische toerwagens en GT’s. De eerste race komt voor een aantal deelnemers altijd te vroeg, zelfs al is hij pas in mei. Desondanks stonden er 44 auto’s op de startlijst en verschenen er 40 daadwerkelijk op het asfalt, een prima score. Zoals we van het NK HTGT gewend zijn, was dit het grootste startveld van het evenement.
Kwalificatie
De mooiste nieuwe auto was de Mini van Nico van Velsen, die in de kwalificatie meteen een strakke derde tijd in de klasse op de klokken zette, voor de Abarth van Jasper Izaks en Ron Verzijlbergen, die voor 2014 bij de Mini’s is ingedeeld. Daarmee was CT07/08 meteen de best bezette klasse met maar liefst 8 auto’s. Ook Dirk Waaijenberg heeft een fraaie nieuwe auto, een blauwe Ford Falcon, waar hij nog wel aan moest wennen want dat rijdt heel anders dan een Mustang, zo vertelde hij. En dan was er een kleine Austin Healey Sprite, bestuurd door Alexandra Auer. Het racertje had vier jaar stilgestaan en toonde zich nogal temperamentvol, maar ze wist uiteindelijk toch 8 rondjes te rijden in de kwalificatie. Ook de kleine GT-klassen zijn voor 2014 samengevoegd waardoor Alexandra het moest opnemen tegen Horst Kükemuller met zijn Alfa Giulietta, Michel Lombard met de Alpine A110 en Bert du Toy van Hees in de Lotus Elite.
Na twintig minuten kwalificatie was het David Hart met de AC Cobra die bovenaan de beeldschermen stond met een tijd van 2:01,752 zijn. Op twee seconden volgde Roman Caresani in de zescilinder Porsche 904 en daar weer 1,8 seconden achter kwam Hans Hugenholtz in een Shelby Mustang. Alexander Schlüchter (Lotus Elan) was de snelste vierpitter op plaats vier en Norbert Gross (Ford Falcon) de eerste toerwagen op plaats vijf. Richard Evans gaf met zijn Marcos de Porsches in GTS11 het nakijken. Snelste bij de Mini’s was René de Vries, terwijl Leo Landman zijn Lotus Cortina concurrenten compleet deklasseerde. En wie had er weer pech? Het was Frank Romo, maar hij kon zijn gebroken aandrijfas gelukkig bijtijds voor de middagrace vervangen. Ook in het Hugenholtz-kamp moest er gesleuteld worden, want onder de kap van de Shelby hadden de keurmeesters een MSD-kastje gespot, en die bestonden in 1965 nog niet. De opdracht luidde derhalve: back to basics. Het lukte helaas niet bijtijds om de V8 ouderwets te laten vonken, waardoor de derde startplaats leegbleef. Ook de plek van Rhea Sautter bleef open, nadat zij buiten haar schuld betrokken was geraakt bij een startcrash in de voorafgaande MG-Triumph Competitions race, met flinke schade aan haar Jaguar E-type tot gevolg.
Race 1: Hart dominant
Voor de verandering was er sprake van een rollende start, een keuze van de organisatie om het geluidsniveau wat omlaag te krijgen. Dat verliep allemaal keurig netjes, waarbij Martin Bijleveld de slimste was: hij kwam vanaf de achtste startplaats als derde over de streep. Alexandra Auer’s kikkeroog had alweer last van een kokende motor, maar vanuit de pits kon ze toch de achtervolging inzetten.
Hart sloeg meteen een gat met een paar ronden in 2:01, een tempo dat Caresani niet kon volgen. Schlüchter maakte aan het eind van de eerste ronde korte metten met Bijleveld, maar kon op zijn beurt de Porsche 904 niet bijbenen, waarmee de ereplaatsen verdeeld waren. De echte strijd zou gaan om plaats vier, tussen Bijleveld en Gross in hun Ford Falcons, Armand Adriaans in de Shelby Mustang en Jos Stevens, die dit seizoen niet in de bekende blauwe Lotus Elan rijdt, maar in de oranje ex-Du Toy van Hees versie.
Van Onno Vlaanderen zijn we wel een rookpluimpje gewend, maar in dit geval was het meer dan gebruikelijk en hij moest de Apal-Porsche dan ook na twee ronden parkeren. Ook Jochem Kentgens had een probleem, zijn pechreeks van vorig jaar ging onverminderd voort: na slechts twee ronden kwam hij aan de sleepkabel de pits in. Een vastgeslagen differentieel zorgde voor een gebroken steekas, waarbij hij nog geluk had dat er in de snelle Luyendijk-bocht geen wiel afliep.
Richards Evans had het intussen aan de stok met de Dirk Waaijenberg en Frits Campagne in hun Ford Falcons, terwijl even verderop de Zweed Lars Bondesson in zijn Lotus Elan in gevecht was met Jac Meeuwissen in de Austin Healey. Niet veel later was hij er voorbij toen Meeuwissen zijn auto stilzette met een kapotte koppakking. Daarmee was de hele LB Racing equipe uitgeschakeld.
Roger Ebdon reed dit weekend niet in een oranje maar in een crèmekleurige Mini. Daarop stond ook de naam van Desire Wilson, de ex-F1 pilote die in het verleden de nodige races op Zandvoort heeft gewonnen. Helaas was zij er niet bij, Roger reed solo. Hij had het naar zijn zin op de gladde baan, maar kon René de Vries net niet bijhalen. Verderop in de kleine klasse had Frank Romo intussen de snelheid gevonden en streed met Mini-collega Patrick van Thiel.
Na drie ronden werd het qua banden alweer minder voor de Ford Falcon-rijders en Bijleveld was de eerste die daar last van kreeg. Hij moest Gross voorbij laten en kwam onder vuur te liggen van Adriaans die op zijn beurt Stevens in zijn kielzog had. In de zesde ronde wist Adriaans erlangs te komen, maar Bijleveld pakte hem weer terug, terwijl Stevens even wijselijk afwachtte. Een ronde later was Adriaans er definitief voorbij. Huib Mars (Austin Healey) was de locomotief van een treintje met de Porsches van Chris Mulder en Theo van Gammeren. Van Gammeren had het in de kwalificatie rustig aan gedaan vanwege een nieuwe motor, maar nu werd er weer voluit getrapt. Mulder liet zich de kaas echter niet van het brood eten.
Inmiddels was Hart de eerste achterblijvers aan het lappen en lag hij 15 seconden voor op Caresani, die op zijn beurt 15 seconden had op Schlüchter. Gross zag Adriaans langzaam groter worden in zijn spiegel, terwijl Bijleveld Stevens juist niet in zijn spiegel kon zien, want die zat namelijk op zijn bumper. Frank Romo had het naar zijn zin, hij had de beide Lotus Cortinas van Gerrit Jan van Leenen en Alex Korle te pakken genomen. Bert du Toy van Hees was in gevecht met Erwin van Lieshout in de grijze Porsche 911, waardoor Edwin Dijkman (MGB) en Bob Stevens (Triumph TR4) konden aanhaken.
De race raakte nu in zijn eindfase en Bijleveld’s banden waren op, maar ook die van Gross, die strak had geprobeerd te rijden, verloren hun grip. Adriaans ging aan de groene Falcon van de Duitser voorbij en Stevens passeerde Bijleveld.
Na 13 ronden was het David Hart die als winnaar werd afgevlagd, met een straatlengte voorsprong op Caresani en twee straatlengten op Schlüchter. Adriaans werd vierde voor Stevens, die Gross had ingepakt. De rondetijden van Gross waren compleet gekelderd en Bijleveld reed het gat dicht, letterlijk en figuurlijk. Zijn inhaalmanoeuvre ging niet helemaal volgens het boekje en er kwamen twee gehavende Falcons over de finish, Bijleveld voorop. Waaijenberg en Campagne completeerden de Falcon-optocht. Bondesson werd tiende, na contact met Leo Landman’s Lotus Cortina. Landman ging daarna van het gas, hij gaf de voorkeur aan winst in CT08 boven een plek in de top-10. Richard Evans won GTS11, voor Mulder en van Gammeren. Bert du Toy van Hees won in de kleine GT-klasse, voor Michel Lombard met de Alpine. Bij de kleine toerwagens was de winst voor René de Vries, voor Ebdon, Klaas Span en Bert Mets. Jasper Izaks had zijn Abarth met problemen in de pits moeten zetten en Frank Romo kwam met een erg ongezond klinkende Mini over de streep, maar hij won het nog net van vanThiel.
Race 2: Caresani profiteert
Bij een rollende start komt de trekkracht van een V8 goed van pas en het was dan ook David Hart die als leider de Tarzanbocht inging. Ook Jaap van de Ende en Dirk Waaijenberg hadden een snelle start met hun Falcons, Norbert Gross zat daarentegen te slapen. Bij René de Vries verliep de start nog minder voorspoedig en het was Roger Ebdon die meteen een flinke voorsprong inde Mini/Abarth-klasse pakte, met Bert du Toy van Hees, Huib Mars en Erwin van Lieshout als veilige buffer ertussen.
Hans Hugenholtz was achteraan gestart en het was duidelijk dat de Shelby GT350 met een ouderwetse ontsteking en een gemotiveerde bestuurder behoorlijk hard liep, want na twee ronden bereikte hij de top-10. Gross was inmiddels Waaijenberg gepasseerd en Jos Stevens zat met zijn Lotus Elan in de sandwich tussen de groene Falcon en het oranje exemplaar van Jaap van der Ende.
Bij de Porsche 911’s was Theo van Gammeren Chris Mulder te snel afgeweest. Hij ging de strijd aan met Leo Landman in de Lotus Cortina, in een poging de snelle Marcos van Evans te achterhalen. Dat laatste kostte hem uiteindelijk weinig moeite, want de ronde erop was er contact tussen de Marcos en de Lotus van Bondesson, waarbij Evans een het kortste eind trok en zijn race in een sterk gereduceerd tempo moest voortzetten.
Vooraan was Hart weer aan een voorsprong aan het bouwen, terwijl Schlüchter trapte voor wat hij waard was en er min of meer in slaagde om de aansluiting met Caresani te behouden. Adriaans was los van het drietal van de Ende-Gross-Stevens, waarbij Stevens de beide kemphanen maar even liet begaan. Daarachter kwam Hugenholtz al opzetten. Elders in het veld werd er stevig geknokt in een hele groep onder leiding van Ebdon, voor Mars, van Lieshout, Du Toy van Hees, Michel Oprey (Shelby Mustang), Bob Stevens, de Vries en Dijkman.
In ronde vier was Gross voorbij van de Ende en Hugenholtz langs Jos Stevens. Ebdon met zijn kleine Mini moest zijn meerdere erkennen in de Healey van Mars en de Porsche van Van Lieshout, terwijl Bob Stevens en Michel Oprey voorbij gingen aan Bert du Toy van Hees. De andere Bert, Bert Mets in zijn groene Mini Cooper, streed ondertussen met Michel Lombard in de Alpine.
Vooraan leek de race erg op die van de dag ervoor, totdat Hart in de zesde een vlag getoond kreeg voor een te hoge geluidproductie. Hij minderde snelheid ter hoogte van het meetpunt, maar kwam niet naar de pits. Zodoende kon de wedstrijdleiding niets anders doen dan na drie meatballs de zwarte vlag tevoorschijn halen en hem diskwalificeren. Hugenholtz was intussen de beide Falcons voorbij en Van der Ende had iets moeten lossen van Gross, wat het signaal was voor Jos Stevens om de aanval in te zetten. In het middenveld was Huib Mars aan het oprukken, terwijl Roger Ebdon juist wat terugzakte en gepasseerd werd door Du Toy van Hees. René de Vries zag zijn kans en ging Bob Stevens voorbij, zodat alleen de MGB van Dijkman hem nog scheidde van klasseleider Ebdon. Leuke strijd was er ook tussen Alex Korle in de Lotus Cortina en Klaas Span in de Morris Cooper.
De geluidmeter draaide overuren want nu kreeg ook Oprey een meatball getoond, alleen kwam hij wel binnen. Ook Frans van Maarschalkerwaart zocht de pits op met zijn Shelby Mustang. De resterende Shelby’s wisselden ondertussen op de baan van plaats, want Hugenholtz ging probleemloos voorbij aan Adriaans.
Op driekwart van de race was Jos Stevens nu ook Norbert Gross voorbij, maar de tijd was te kort om nog Naar Armand Adriaans toe te rijden. Bob Stevens in de TR4 wisselde intussen stuivertje met Edwin Dijkman in de MGB, terwijl ook het duo Ebdon-de Vries zich in deze contreien ophield, vechtend om de winst in CT06/07. Nu hij eindelijk de aansluiting had, was René de Vries extra gemotiveerd om de winst te pakken, maar het liep mis toen hij bij het aanremmen van de S-bocht in de grindbak terecht kwam. De oude vos Ebdon zag het in zijn spiegeltje ongetwijfeld geamuseerd aan. Bij post 15 hadden ze het er maar druk mee, want daar parkeerde ook Gerrit Jan van Leenen zijn Lotus Cortina met een afgelopen v-snaar.
Na 25 minuten en 18 seconden was het Roman Caresani in de Porsche 904/6 die als winnaar werd afgevlagd. De snaarstrak rijdende Schlüchter had de achterstand weten te beperken tot 6,9 seconden. Hans Hugenholtz mocht de derde podiumplek beklimmen. Armand Adriaans werd vierde, maar was wel de man die de beste zaken deed in de stand om het kampioenschap. In elk geval tot de Historische Assen Trofee in juli mag hij zich de leider in het NK noemen! Jos Stevens finishte op plek vijf, voor de Falcon-trein bestaande uit Norbert Gross, Jaap van de Ende, Dirk Waaijenberg (die v.d. Ende aan de finish tot op 0,8 seconde genaderd was) en regerend kampioen Frits Campagne. Bondesson en Landman maakten de top-10 vol. GTS11 was een Porsche feestje met als winnaar Theo van Gammeren, voor Mulder en Van Lieshout, terwijl Bert du Toy van Hees opnieuw maximaal scoorde bij de kleine GT’s, voor Lombard en Alexandra Auer. Bij de Mini’s won Ebdon, de Vries was tweede en Bert Mets was zeer tevreden met zijn derde plaats na een probleemloze race.