NK HTGT season finale at Dijon-Prenois

(Voor Nederlands even naar beneden scrollen)

The Dutch NK HTGT drivers made the trek to France in search of some pleasant late-summer weather for their championship finals. On saturday they were rewarded with a dry track for qualifying and the first race. Pole-sitter Georg Stummeyer pulled away from the field as usual in his Ford GT40, but Alex van der Lof kept pushing his Bizzarini 5300 in second and was gifted the win when Stummeyer was handed a time penalty for ignoring yellows. Roman Caresani came third in his Porsche 904/6. The most entertaining scrap of the race was between the three Ford Falcons of Norbert Gross, Bart Jan Deenik and Martin Bijleveld, who were drifting around the corners in close company for the entire 13 laps. Another ding-dong battle went on between local hero José Beltramelli and old hand Bo Warmenius, both in Lotus Cortina’s. Paintwork was exchanged on several occasions until wild man Beltramelli had to retire with a broken driveshaft.
Autumn arrived on Sunday, although the track was mainly dry. Stummeyer did not appear, so Van der Lof took the lead and was never threatened. Stephen Perry moved up to second at the start, powering the Falcon he shares with Gross past Caresani’s Porsche and Michiel Campagne’s Chevrolet Corvette Stingray. It took Campagne five laps to take second from Gross. The remaining 8 laps saw a tremendously close battle between Gross, Deenik in another Falcon, Caresani and local wine-merchant Nicolas Reitz in an Austin Healey 3000. Perry managed to hang on to third, which also gave him and co-driver Norbert Gross the provisional overall championship honours for 2012. 

NK HTGT finale op Dijon-Prenois
Het Delta Lloyd Xclusief NK HTGT maakte na een pauze van een jaar weer zijn opwachting bij de Trophees Historiques de Bourgogne op het circuit van Dijon-Prenois, dat dit jaar zijn 40-jarig jubileum viert. Ondanks de verre reis was het startveld weer goed gevuld. Dit was onder andere te danken aan een drietal Franse gastrijders, maar ook aan Harmen van Putten die zijn NK HTGT debuut maakte met een Shelby Mustang GT en Bart Uiterwaal die zijn Ford Mustang had meegenomen.
Trainingen
Tijdens het begin van het weekeinde deed de Franse Cote d’Or haar naam eer aan, want het was heerlijk nazomerweer. De sfeer in de paddock was dan ook goed. Helaas maakte de vrije training op de vroege vrijdagmorgen meteen een slachtoffer. Bob Stevens had net een verse motor in zijn Triumph TR4, nadat de vorige was overleden. Helaas bleek de nieuwe krachtbron iets te “vers”. Heel vervelend voor Bob, want zodoende moest hij voor de derde keer op rij vanaf de kant toekijken.
De zaterdagmorgen begon stralend en om vijf over negen meldden zich 40 toerwagens en GT’s voor de kwalificatie. Georg Stummeyer liet er geen gras over groeien en zette al snel een 1:32 op de klokken. De vraag was of Roman Caresani met de zilveren Porsche 904/6 hem zou kunnen bedreigen. Dat bleek niet het geval, want nadat de Lotus Cortina van Fritz en Warmenius zijn olie over de baan had gegooid zaten snelle tijden er voorlopig niet in. De Porsche kwam zodoende niet verder dan een 1:38. De verrassing van de sessie was Alexander van der Lof, die er ondanks de gladheid een tijd van 1:35,2 wist uit te persen, waarmee hij de Bizzarini 5300 op de tweede startplaats zette. Michiel Campagne noteerde de vierde tijd in de “tamme” GTS12 Corvette. Daarna volgde een treintje Ford Falcons: Steve Perry, Boudewijn Bijleveld en Bart Jan Deenik. De top-10 werd volgemaakt door drie Franse gastrijders: José Beltramelli (Lotus Cortina), Didier Gruau (Ford Falcon) en Nicolas Reitz (Austin
Healey 3000).
Race 1: Van der Lof verrassende winnaar

Bij de start was Alex van der Lof als snelste weg, maar er was geen kruid gewassen tegen Stummeyer en zijn GT40, die al snel een voorsprong nam. Caresani startte voorzichtig, waardoor Michiel Campagne, Boudewijn Bijleveld en Norbert Gross hem voorbij kwamen. Zoals altijd was er volop actie in de “Gauche de la Bretelle”, de listige linkse die bergaf gaat. Joep Westerveld verremde zich met zijnMarcos, Leo Landman profiteerde en ging binnendoor met zijn Lotus Cortina.
Bij de tweede doorkomst had Caresani de twee Falcons ingehaald. Gross reed nu voor Bijleveld en Deenik was aangehaakt. Daarachter volgde Beltramelli in de Lotus Cortina, maar die spinde spectaculair. Eiso Bergsma kon hem nog net ontwijken door zijn Ford Mustang buitenom te sturen. De eerste uitvallers waren intussen een feit, Karen Campagne (Ford Mustang) en Didier Gruau meldden zich in de pits.
In de derde ronde had Caresani aansluiting gevonden bij Michiel Campagne en begon hij te zoeken naar een passeermogelijkheid. Het zou een aantal ronden duren, maar uiteindelijk wist hij in de Bretelle op slinkse wijze buitenom naast de Corvette te sturen. Campagne moest daardoor voorzichtig gas geven en dat gaf Caresani bij het uitaccelereren de kans om de derde plaats over te nemen. Bergsma had intussen de Lotus Cortina van Bo Warmenius op zijn bumper, met direct daarachter Westerveld en de spectaculair sturende Beltramelli.
Verderop in het veld hadden de TR4’s van Christoff Forell en Rainer Sinemus de Mini’s van Timo Span en Frank Romo in de tang, terwijl om de 39-ste plaats gestreden werd door Horst Kukemüller in zijn Alfa Giulietta Sprint en Ad Vermeulen in de Alpine Renault.
Het mooiste spektakel van de race was het dweilorkest van drie Ford Falcons, die volkomen aan elkaar gewaagd waren. De dirigent was gedurende de gehele race Norbert Gross, die de vijfde plaats in handen had. Aanvankelijk was het Martin Bijleveld die de aanval leidde. Gross maakte zich echter op de juiste plaatsen breed en de deur bleef dicht. Bart Jan Deenik wist in de vierde ronde slim te profiteren van Bijleveld’s passeerpogingen door hem voorbij te gaan. Maar het lukte ook hem niet Gross te passeren. Wel wist hij gedurende de rest van de race Bijleveld voor te blijven. Het publiek genoot en ook de rijders stapten na afloop uit met een brede grijns op hun gezichten.
De Parabolique met zijn verval van 11% is altijd goed voor spektakel. Harmen van Putten was hier “the last of the late brakers”, hij stuurde zijn Shelby Mustang ronde na ronde met rokende banden de bocht in. Harmen leidde een trits auto’s die verder bestond uit Frits Campagne (Ford Falcon), Leo Landman (Lotus Cortina), Nico Zonneveld (Morgan +4) en Roland Zoomers (Jaguar E-type). Ook daarachter waren er diverse strijdende treintjes te zien. Zo reed Thomas Kargus met zijn Lotus Elan voor Huib Mars in de Austin Healey, Mark Schmidt in de Morgan en Alex Korle (Lotus Elan), met iets verderop Cees Vis (Ford Cortina GT), Egbert Kolvoort (MGB) en Gerrit Jan van Leenen (Lotus Cortina).
Na zes ronden werden de eerste achterblijvers ingehaald. Dit leverde Caresani een spannend moment op toen de Porsche naar buiten gleed bij het inhalen van Kukemüller’s Alfa. Het scheelde een haar of hij was gespind, maar hij wist de neus te goede richting op te houden. Michiel Campagne moest wat afhaken en besloot dan maar het publiek (en zichzelf) te vermaken met een potje powersliden.
Dennis Bron had het naar zijn zin in zijn MGA Twin Cam, langzaam maar zeker hengelde hij de BMW van Frans van Maarschalkerwaart binnen. Frans werd gered toen ze op een ronde gezet werden en Dennis even ruimte moest geven, waarna hij opnieuw kon beginnen en de tijd tot de finishvlag te kort bleek. In CT07,de Cooper-klasse, was Rob Rappange weer ongenaakbaar, voor Timo Span. Span passeerde Frank Romo en ging vervolgens op jacht naar Roger Ebdon. Hij had bijna aansluiting toen de oranje Mini de pits moest opzoeken met een slecht lopende motor, en kreeg zodoende plek 2 cadeau. Joep Westerveld was aanvankelijk druk in gevecht met diverse Fords. Nadat hij zich daaruit had weten los te maken, kon hij naar de Porsche van Michiel van Duijvendijk toerijden. In de negende ronde nam hij de leiding in de GTS11-klasse over om hem niet meer af te geven. Jos Stevens maakte een pitstop vanwege een oplopende olietemperatuur van zijn Lotus-motor en gaf daarmee de winst in GTS10 aan collega Lotus Elan-rijder Kargus, voor Korle.
Wellicht had de rijdersbriefing ook in het Frans en het Zweeds moeten worden vertaald, want Beltramelli en Warmenius waren in een “full contact” gevecht gewikkeld. Geen van beide heren was bereid om ook maar een centimeter toe te geven. De strijd werd beslist toen Beltramelli zijn Cortina met een gebroken steekas moest parkeren in de Courbe des Gorgeolles. Achteraf bleek dit een beslissend moment in de wedstrijd te zijn, want Stummeyer haalde op dit punt ondanks een gele vlag een achterblijver in, een actie waarvoor hij een straf van 25 seconden kreeg. Van der Lof zag de GT40 weliswaar weglopen en werd van achteren niet bedreigd, maar bleef toch gasgeven. Een goed idee, zo bleek, want zijn achterstand van 13 seconden werd omgezet in een voorspong van 12 tellen, en de beker voor de overwinning. Stummeyer werd als tweede geklasseerd, voor Michiel Campage, de Gross/Deenik/Bijleveld-trein, Westerveld en van Duijvendijk. Warmenius was tiende en de winnaar in CT08.

Race 2: opnieuw Van der Lof

In de nacht van zaterdag op zondag begon ook in Frankrijk de herfst. Gelukkig werd het ruim op tijd voor de race weer droog, op een klein stukje van de baan na. Voor Stummeyer was dit, na een eerdere negatieve ervaring op Dijon, reden om niet te starten. Karen Campagne, Didier Gruau en José Beltramelli waren er gelukkig wel weer bij en stonden achteraan. Alexander Van der Lof voerde het veld aan bij de rollende start. Roman Caresani was opnieuw wat minder vlot weg. Steve Perry profiteerde door zijn Falcon naar de tweede plaats te katapulteren, terwijl Deenik aansloot op plek drie en Michiel Campagne op vier. Beltramelli en Gruau hadden op de startlijn al vier auto’s ingehaald, niet geheel conform de regels maar ze hadden natuurlijk haast. Het hele veld dook de heuvel af de Bretelle in, altijd een spannend moment met zoveel auto’s. Afgezien van hier en daar een blokkerend wiel ging het goed. Alleen Huib Mars spinde en raakte zachtjes de bandenstapel. Iedereen kon hem gelukkig ontwijken en hij kon weer verder.
Na één ronde had Van der Lof een kleine voorsprong. Daarachter volgden heel kort op elkaar Perrry, Campagne en Deenik, terwijl Caresani op de huid gezeten werd door Nicolas Reitz, die Joep Westerveld voorbij was gegaan. Lokale wijnhandelaar Reitz stuurde bijzonder strak in zijn Healey 3-liter. Dat gold niet voor zijn twee landgenoten. Beltramelli was inmiddels opgerukt naar plaats 13 en reed weer even wild als de dag ervoor. Zijn rechterkoplamp was al afgeplakt, nu beschadigde hij ook de linker voorkant toen hij Frans van Maarschalkerwaart’s BMW een duw verkocht. Gruau was iets voorzichtiger in het verkeer maar trakteerde het publiek wel op een enorme “tankslapper” waarbij zijn Falcon eerst rechts buiten de baan kwam en vervolgens haaks links overstak waar hij op een haar na de vangrail miste.
Jos Stevens nam de leiding in de GTS-10 (Lotus Elan)-klasse over toen hij Alex Korle inhaalde. Thomas Kargus reed daar aanvankelijk nog voor, maar hij maakte een fout die hem veel plaatsen kostte. Leuke strijd was er tussen Rainer Sinemus met de Triumph TR4 en Frank Romo in de Mini Cooper, die meerdere malen stuivertje wisselden. Het publiek genoot ook van Dennis “driewieler” Bron, die zijn MGA twincam elke keer zo hard de Bretelle in smeet dat het linkervoorwiel van de grond kwam.
Na vijf ronden wist Michiel Campagne voorbij Steve Perry te komen. Deenik zat daar vlak achter terwijl Caresani hem volgde als een schaduw. Reitz miste net de snelheid om aan te vallen maar zat klaar om van het kleinste foutje te profiteren. Beltramelli’s opmars stokte nu enigszins. Hij moest er al voor werken om Frits Campagne, Bo Warmenius en Michiel van Duijvendijk voorbij te gaan, maar Harmen van Putten kon hij niet passeren, ondanks verwoede pogingen daartoe. Pas toen Van Putten iets te laat remde bij het op een ronde zetten van Frank Romo, wist de Fransman te profiteren en er voorbij te gaan.
Nu was het de beurt aan Jochem Kentgens voor een “hairy moment” in de Bretelle: de Morgan gleed alle kanten op, maar hij wist de zwieper tot een goed einde te brengen. Het bracht hem wel binnen het bereik van Huib Mars, die zijn Healey na een leuke onderlinge strijd voorbij de Morgan stuurde.
De volgorde vooraan bleef ondertussen ongewijzigd, maar dat maakte het gevecht om de laatste twee podiumplaatsen niet minder spannend. Perry schaduwde Campagne en werd tegelijkertijd opgejaagd door Deenik, die op zijn beurt iedere ronde weer in de Parabolique de neus van Caresani’s Porsche 904 aan de binnenkant zag veschijnen. Gelukkig voor Deenik komt er daarna een steile helling, waar de pk’s van de Ford V8 hem weer wat voorsprong gaven.
Frits Campagne had zijn handen vol. Nadat hij Michiel van Duijvendijk’s Porsche was gepasseerd zaten afwisselend Didier Gruau en Bo Warmenius op de bumper van zijn Ford Falcon. Gelukkig waren die het onderling ook niet eens over wie er nu voor mocht rijden. Frits hield het hoofd koel en ze kwamen er niet voorbij. Cees Vis (Ford Cortina GT) had 10 ronden lang Gerrit Jan van Leenen’s Lotus Cortina in zijn spiegel. Het was een beetje ongelijke strijd op dit power-circuit en uiteindelijk wist Van Leenen het Lotus-vermogen in zijn voordeel aan te wenden.
De race kende maar één echte uitvaller: Nico Zonneveld moest opgeven met een lullig defect aan de gaskabel. Jaap van de Ende moest ook opgaven, om een andere reden. De Ford Falcon had last van een klapperend voorspatbord. Hij reed er niet langzamer door, Jaap lag op de zevende plaats, maar de wedstrijdleiding vond het gevaarlijk en toonde hem de “meatball”. Hij besloot lekker door te karren, maar uiteindelijk hing men de zwarte vlag uit en stuurde Van de Ende de Falcon toch maar de pits in.
Na 13 ronden kreeg Van der Lof als eerste de vlag, op 3 seconden gevolgd door Michiel Campagne. Deenik perste er een fantastische laatste ronde uit in een ultieme poging om plaats drie van Perry af te pakken. De tijdwaarneming klokte beide Falcons op exact dezelfde eindtijd van 22 minuten 2,568 seconden, maar oordeelde dat Perry toch als eerste over de streep was gegaan. Caresani werd vijfde, voor Reitz. Joep Westerveld reed een foutloze race en werd zevende en winnaar in GTS11, voor Beltramelli die de beste in CT08 was. Harmen van Putten werd negende en Eiso Bergsma stuurde zijn bulderende Ford Mustang naar plaats 10. Rob Rappange won wederom in CT07, voor Klaas Span en Frank Romo.